De functies van de toetsen op het bedienings-
paneel worden hier beschreven. De nummers bij
de beschrijvingen komen overeen met de
nummers in figuur 4.
2
2
1
Cijfertoetsen - De toetsen 0 t/m 9 worden
gebruikt om de toegangscode in te voeren.
3
2
Beheer - Deze toets wordt door de systeembe-
heerder gebruikt om de standaardinstellingen voor
de toepassingen van het apparaat te wijzigen.
4
5
6
7
AAN DE SLAG MET DE DOCUCOLOR 12
2
1
4
Figuur 4: De toetsen van het
2–4
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
bedieningspaneel
Figuur 5: Toets Beheer
3