Voedingsfunctie (alleen Acctiva-serie)
Bij het vervangen van een accu voedt het laadapparaat de boordelektronica. In het geheu-
Toelichting
gen opgeslagen voertuigspecifieke gegevens, instellingen en codes blijven behouden.
Belangrijk! In de voedingsfunctie is de beveiliging tegen ompolen uitgeschakeld.
De betreffende instellingen vindt u in het hoofdstuk „Het Setup-menu". In tegenstelling
tot de gekozen laadkarakteristiek wordt na het loskoppelen van het net om veiligheidsre-
denen de voedingsfunctie niet in het geheugen opgeslagen.
In het Setup-menu kiest u de voedingsfunctie in overeenstemming met de boordspan-
ning (12 of 24 V, volgens het bijgevoegde blad met gegevens).
Gereedmaken
Belangrijk! De laadkabel niet op de accu aansluiten. Bij aangesloten laadklemmen kan
geen laadkarakteristiek worden gekozen.
1.
2.
Voedingsfunctie
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
WAARSCHUWING! Gevaar van ernstige materiële schade door onjuist aan-
gesloten laadklemmen. De beveiliging tegen ompolen is niet actief bij het
handmatig starten van de voedingsfunctie. Laadklemmen op de juiste polen
aansluiten en op correcte elektrische verbinding met de poolaansluitingen van
de auto letten.
Netkabel op het laadapparaat aansluiten en in het stopcontact steken.
Laadapparaat bevindt zich in onbelaste toestand - het lampje 'Bedrijfsklaar' brandt
Standaard
Voedingsfunctie volgens het bijgevoegde blad met gegevens activeren
Bij boordnetten van voertuigen het contact en alle overige stroomverbruikers uit-
schakelen
Laadkabel (rood) met de poolklem (+) van het voertuig verbinden
Laadkabel (zwart) met de poolklem (-) van het voertuig verbinden
Standaard
Het laadapparaat begint met de voedingsfunctie en neemt de voeding van de
boordelektronica over
Accu vervangen
Poolklemmen van het voertuig op de juiste wijze op de nieuwe accu aansluiten
24 V
11
Omschakel
12 V
Omschakel
24 V / 12 V