Installatievoorbereiding
▶ Voor vrijstaande warmtepompen (niet dichtbij gebouwen of een
dak):
- Bescherm de inlaatzijde met een muur of iets dergelijks.
Afb. 14 Vrijstaande warmtepomp
3.3
Vrije ruimten
Afb. 15 Aanbevolen afstand tussen de warmtepomp en omliggende vaste objecten (mm)
[*]
Minimale afstanden. De ruimte kan worden verminderd aan de
achterkant en één van de zijkanten of alleen aan de voorkant maar
houd er rekening mee dat dit kan leiden tot een hoger geluidsni-
veau en/of minder thermische prestaties.
8
▶ Plaats de warmtepomp niet op een locatie waar de voorkant wordt
blootgesteld aan de wind.
▶ De warmtepomp moet niet daar worden geplaatst waar risico bestaat
dat grote hoeveelheden sneeuw of water vanaf het dak erop terecht
kunnen komen. Wanneer deze opstelling niet kan worden voorko-
men, dan moet een beschermdak worden gemonteerd.
– Installeer het beschermdak minimaal 1000 mm boven de warm-
tepomp.
0010039864-002
0010038327-006
AW 4 | 5 | 7 OR-S – 6721866763 (2023/06)