Uitgaande aansluitingen
Zie de punten [5], [6] en [7] van de onderstaande
afbeeldingen.
Bediening en functies
1. Hoofdschakelaar
AAN/UIT
voedingsspanning. Zorg dat de lasstroombron correct
is aangesloten op het elektriciteits net voor u het
apparaat aanzet ("I").
2. Statuslampje: Dit lampje heeft twee kleuren en
geeft systeemfouten aan. Normaal brandt dit
lampje constant groen. Foutsituaties worden
aangegeven volgens tabel 1.
OPMERKING: Als het apparaat voor het eerst wordt
ingeschakeld, knippert het statuslampje groen, en soms
rood en groen. Dit kan tot een minuut duren. Als de
lasstroombron is ingeschakeld kan het tot 60 seconden
duren voordat het apparaat klaar is om ermee te gaan
lassen. Dit is normaal, het apparaat doorloopt namelijk
een initialisatieprocedure.
Tabel 1.
Led-lampje
Alleen apparaten die het ArcLink
Staat
protocol gebruiken voor de
Systeem oké. De lasstroombron is
operationeel en communiceert normaal
Constant groen
met
randapparatuur.
Dit treedt op na het inschakelen of bij
een systeemreset. Het apparaat is dan
bezig na te gaan welke componenten in
het systeem aanwezig zijn (identificatie).
Groen
Elke
component
knipperend
Normaal voor de eerste 1-10 seconden
nadat de stroom is aangezet of als de
systeemconfiguratie
tijdens het werk.
Als de statuslampjes knipperen in
enigerlei combinatie van rood en groen,
dan zijn er foutsituaties opgetreden in de
lasstroombron.
De afzonderlijke codecijfers knipperen in
rood met een lange pauze tussen de
cijfers. Als er meer dan één foutcode is,
worden de codes gescheiden door
groen licht. Lees de foutcode voordat de
Afwisselend
machine wordt uitgeschakeld.
groen en rood
Als een van deze fouten optreedt, kunt u
resetten door het apparaat uit te
schakelen en enkele seconden later
weer in te schakelen. Als het probleem
niet is verdwenen, is onderhoud nodig.
Neem
dichtstbijzijnde
servicecenter
Lincoln Electric.
afgelezen foutcode door.
Dit geeft aan dat er geen communicatie
Constant rood
is
tussen
aangesloten hulpapparatuur.
Nederlands
(I/O):
Regelt
Betekenis
communicatie
alle
goed-werkende
in
het
systeem.
wordt
gewijzigd
dan
contact
op
met
geautoriseerde
of
rechtstreeks
Geef daarbij de
de
lasstroombron
3. Controlelampje thermische overbelasting:
Dit geeft aan dat de machine overbelast is of
er onvoldoende koeling is.
4. Gasaansluiting:
gasslang vanaf de verbindingskabel.
de
5. Negatieve lasaansluiting: Afhankelijk van
werkstukkabel, de elektrodehouder met kabel of de
laskabel
draadaanvoerapparaat.
6. Positieve lasaansluiting: Afhankelijk van
werkstukkabel, de elektrodehouder met kabel of de
laskabel
draadaanvoerapparaat.
7. Aansluiting regeling: 5-polige aansluiting
draadaanvoerapparaat
®
-
verloopt via het ArcLink
1
5
6
het
met
en
9
Voor
het
aansluiten
configuratie van de lasstroombron is deze
aansluiting
bedoeld
van
de
configuratie van de lasstroombron is deze
aansluiting
bedoeld
van
de
voor het draadaanvoerapparaat of de
afstandsbediening.
De
tussen
de
lasstroombron
of
de
®
-protocol.
Afbeelding 1
11
9
13
14
15
16
Afbeelding 2
van
een
voor
de
stroombron/het
voor
de
stroombron/het
communicatie
en
het
afstandsbediening
2
3
7
4
12
10
8
Nederlands