Bediening
7.7 LAWAAI
Het gebruik van een hamer nabij gebieden die gevoelig zijn voor lawaai, kan
geluidshinder veroorzaken. Volg deze grondregels om onnodig lawaai te
vermijden:
-
Houd de beitel haaks op het materiaal.
-
Houd de aanzetkracht in lijn met de beitel.
-
Vervang of repareer versleten, beschadigde of losse onderdelen.
Hierdoor gaat de hamer langer mee. Het geluidsniveau van de hamer wordt lager.
7.8 BEDRIJFSTEMPERATUURBEREIK
Het aanbevolen bedrijfstemperatuurbereik is -20 °C tot +80 °C (-4 °F tot +176 °F).
Als de omgevingstemperatuur lager is dan -20 °C (-4 °F), verwarm dan de hamer en
het werktuig voor voordat u de hamer gaat bedienen. Verwarm de hydrauliekolie
van de graafmachine tot 30 °C... 40 °C (80 °F ... 105 °F). Hierdoor wordt
voorkomen dat u het membraan en het werktuig breekt. Deze componenten blijven
tijdens het gebruik van de hamer warm.
Als de temperatuur van de hydrauliekolie 80 °C (176 °F) overschrijdt, kunt u een
extra oliekoeler toevoegen. Als u de hamer bij temperatuur van meer dan 80 °C (176
°F) gebruikt, kunnen de afdichtingen sneller slijten.
Als u de hamer bij omgevingstemperaturen van meer dan 30 °C (86 °F) gebruikt,
kunt u een olie met hogere viscositeit gebruiken. Als u de hamer bij hoge
omgevingstemperaturen gebruikt, kan olie met een hogere viscositeit de levensduur
van de hamer verlengen.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van het voertuig voor meer informatie.
Bladzijde 62 - Bediening
D010096
COPYRIGHT © 2020 SANDVIK MINING AND CONSTRUCTION OY
R01P