1
Voltageschakelaar (SW1). Fabrieksingesteld op 115 V.
2
GND
3
Neutraal/Wit Ø2
3.8.4
Alarmaansluitingen
Afbeelding 13 Voltageschakelaar en zekeringvervanging
VOORZICHTIG
Brandgevaar. De stroom naar de relaiscontacten mag maximaal 5A bedragen. Er
moet een methode beschikbaar zijn om plaatselijk de stroom van de relais te
verwijderen bij een noodgeval of tijdens onderhoud aan het product. Verwijdering
van stroom kan worden verkregen door een externe schakelaar en een 5 amp
zekering of met een geschakelde 5-amp stroomonderbreker.
De analyzer bevat twee alarmrelais die zijn ontworpen voor gebruik met een hoog voltage
(hoger dan 30V-RMS en 42,2V-PIEK of 60 VDC) of een laag voltage (lager dan 30V-RMS
en 42,2-PIEK, of minder dan 60 VDC), maar niet een combinatie van zowel hoog als laag
voltage. Raadpleeg 3.8.5,
voor informatie over aansluitingen.
De normaal open en common relaiscontacten zullen worden aangesloten als een
alarmconditie actief is.
De relaisconnector accepteert 18 - 12 AWG bedrading. Draadmaat moet worden bepaald
bij de belastingtoepassing. Draadmaten van minder dan 18 AWG worden niet
aanbevolen.
1. Zorg dat er geen stroom aan het apparaat wordt geleverd.
2. Trek de isolatie van elk draad ¼-inch terug. Raadpleeg
3. Haal de connector indien gewenst uit het apparaat.
4. Plaats de draadeinden in de connector tot de isolatie tegen de connector is geplaatst.
Zie
Afbeelding
14. (Plaats de isolatie niet onder de aansluitingdrukplaten.)
5. Plaats de connector indien nodig terug en lever stroom aan het apparaat.
4
Heet/Zwart Ø1
5
Zekeringen (F1, F2) (T, 2.5A, 250V)
Afbeelding 11
en
Afbeelding 15
Installatie
en de onderstaande instructies
Afbeelding
14.
25