5.4.6 Leidingbeveiligingsschakelaar
GEVAAR!
Levensgevaar door vuur!
Elke omvormer moet door middel van een afzonderlijke
leidingbeveiligingsschakelaar worden beveiligd, zodat de omvormer veilig kan
worden gescheiden.
Tussen de leidingbeveiligingsschakelaar en de omvormer mag geen verbruiker
worden aangesloten. De keuze van de leidingbeveiligingsschakelaar hangt af van de
bedrading (leidingdoorsnede), het kabeltype, de bekabelingsmethode, de
omgevingstemperatuur, de stroombelastbaarheid van de omvormer en andere
factoren. Bij een grote warmteontwikkeling binnen het systeem of in een omgeving
met een hoge temperatuur kan het noodzakelijk zijn het opgegeven vermogen van de
leidingbeveiligingsschakelaar lager te kiezen.
In de volgende tabel is de maximale uitgangsstroom van de omvormers aangegeven.
Max. uitgangsstroom
Aanbevolen opgegeven vermogen van
zekeringen van het type gL/gG of vergelijkbare
leidingbeveiligingsschakelaar
24
Type
TLC4000
TLC5000
6,8 A
8,5 A
16 A
Installatie- en bedieningshandleiding
TLC6000
9,2 A