Clarius Ultrasound Scanner
Houd de indexcijfers voor de uitvoerweergave zo laag mogelijk. Selecteer een TI op
basis van:
• Geschatte index voor de toepassing: TIS wordt gebruikt voor de beeldvorming van
zacht weefsel, TIB voor een focus op of bij bot, en TIC voor de beeldvorming door
bot vlakbij het oppervlak (zoals een craniaal onderzoek).
• Verzachtende factoren die kunstmatig hoge of lage TI-metingen zouden kunnen
veroorzaken: Locatie van vloeistof of bot, of bloedstroom. Is er bijvoorbeeld sprake
van een bijzonder verzachtend weefselpad, zodat het daadwerkelijke potentieel
voor plaatselijke zone-opwarming minder is dan de TI weergeeft?
• Gescande versus ongescande bedrijfsmodi die invloed hebben op de TI: Voor
gescande modi (zoals de B-modus) is de opwarming meestal vlakbij het oppervlak.
Voor ongescande modi (zoals de M-modus of de doppler-modi) ligt het potentieel
voor opwarming meestal dieper in de focuszone.
• MI: Dit wordt voortdurend weergegeven vanaf 0,0 tot 1,9, in stappen van 0,1.
TI-weergave
De TI geeft alle omstandigheden weer die kunnen leiden tot een temperatuurstijging op het
oppervlak van het lichaam, in het lichaamsweefsel of op het focuspunt van de
ultrageluidbundel op het bot. TI duidt op een mogelijke stijging in de temperatuur van
lichaamsweefsel, door de temperatuurstijgingen in dat lichaamsweefsel met specifieke
eigenschappen te schatten. De daadwerkelijke temperatuurstijging wordt beïnvloed door
factoren zoals weefseltype, doorbloeding en bedieningsmodus. Gebruik de TI als een richtlijn
voor de implementatie van het ALARA-principe.
U kunt kiezen voor de weergave van een van de volgende typen TI-indexcijfers:
• TIS: aanduiding van het opwarmingspotentieel binnen zacht homogeen weefsel.
• TIB: aanduiding van het opwarmingspotentieel op of bij het focuspunt nadat de
ultrageluidsbundel door zacht weefsel of vloeistof is gegaan. Bijvoorbeeld op of bij foetaal
bot van het tweede of derde trimester.
• TIC: aanduiding van het opwarmingspotentieel van bot aan of bij het oppervlak.
Bijvoorbeeld craniaal bot.
MI-weergave
Hoe hoger de MI-waarde, hoe grotere de waarschijnlijkheid dat mechanische bio-effecten
optreden. Het potentieel voor mechanische bio-effecten varieert op basis van rarefactie en
ultrageluidsfrequentie. De MI is opgebouwd uit deze twee factoren. Er is geen specifieke MI-
waarde die aanduidt dat er een mechanisch effect optreedt. Gebruik de MI als een richtlijn
voor de implementatie van het ALARA-principe.
Houd er bij het interpreteren van de MI rekening mee dat deze waarde bedoeld is als schatting
van het potentieel voor mechanische bio-effecten. Hoe hoger de indexwaarde, hoe groter dit
potentieel. Echter, noch MI = 1 noch een ander niveau duidt erop dat een bio-effect
daadwerkelijk plaatsvindt. De waarde is niet bedoeld om de gebruiker te verontrusten, maar
moet worden gebruikt om het ALARA-principe te implementeren.
Software Version 3.1.0
Veiligheidsonderwerpen
104