Onderhoud
Afb. 4 · Steeksleutel
neer de 19 mm-zeskant met Ø 17, 17 mm
diep wordt geboord.
Bij DN 32 t/m 50 eerst plug (3.2) uit-
schroeven, dan het klepdeel uittrekken.
3. Zitting en klepdeel grondig reinigen.
Stuurleiding (11) op doorlaat controleren.
Wanneer de klep is beschadigd, moet het
gehele klepdeel worden vervangen.
4. Zittingring (2) controleren; wanneer deze
is beschadigd, moet deze worden uitge-
schroefd en vervangen.
5. Voor montage in omgekeerde volgorde
te werk gaan. De aandraaimomenten
conform tabel afb. 2 aanhouden.
8
EB 2623-1 NL
4.2
4.2
Vervangen van het mem-
braan
1. Instrument uit de leiding demonteren.
2. Stuurleiding (11) afschroeven en veren-
pakket (8) met geschikte inrichting, zoals
de SAMSON-demontage-inrichting
9129-2747 demonteren
Opgelet!
Veren (8) zijn tot 180 mm met krach-
ten tot 4000 N voorgespannen.
3. Schroeven (12) losmaken en aandrijving
afnemen.
4. Moer (15) van de membraanstang af-
schroeven en membraanschotel (14) op-
tillen, bij type 44-3 de stang (16) af-
schroeven, de membraanschotel (14) met
de tussenring (13) optillen.
5. Membraan (membranen) vervangen.
6. Ga voor de montage in omgekeerde
volgorde tewerk. Houdt daarbij de aan-
draaimomenten aan conform tabel afb.
2.