VEILIGHEID
2
Iedereen die de bouwlift bedient, monteert, demonteert, repareert of onderhoudt,
moet deze handleiding gelezen en begrepen hebben.
De veiligheidsaanwijzingen voor iedere situatie zijn opgenomen in de hoofdstukken:
•
Opstelling en montage (Installatie- en onderhoudshandleiding),
•
Bediening en gebruik (op pagina 19),
•
Demontage (Installatie- en onderhoudshandleiding),
•
Onderhoud (op pagina 23).
De volgende veiligheidsaanwijzingen gelden algemeen:
•
De bouwlift mag niet voor personenvervoer of als klimvoorziening gebruikt
worden.
•
De bouwlift moet altijd in een goede staat van onderhoud zijn.
•
De bouwlift mag uitsluitend worden gemonteerd, gedemonteerd en bediend
door personen die gekwalificeerd zijn. Deze personen moeten ten minste 18
jaar oud zijn (artikel 3, 1
2.1
V
EILIGHEIDSVOORZIENINGEN
De lift heeft de volgende veiligheidsvoorzieningen:
•
Noodstopknop
De onderste bedieningskast bevat een noodstopknop die de lift onmiddellijk
stilzet (zie "De lift bedienen" op pagina 20).
•
Veiligheidsvoorzieningen die de baan van de lift beperken
Deze voorzieningen zorgen ervoor dat de lift aan het einde van de mast stopt
(zie "Loopwagen" op pagina 12).
•
Een schakelaar die de lift stopt op 2 m boven de begane grond
Om de lift verder naar beneden te bewegen, moet u de vasthoudbediening op
de begane grond gebruiken, zodat u kunt controleren dat niemand zich onder de
lift bevindt (zie "Loopwagen" op pagina 12).
•
Beveiliging van de oprijkleppen
De lift wordt gestopt als de oprijklep niet gesloten is, en zal zich dan ook niet
verplaatsen.
•
Etageafsluitingen
De lift wordt gestopt als de etageafsluiting open staat (zie "Etagebediening" op
pagina 16).
Als u de De Jong LS4 etageafsluiting gebruikt met de De Jong LS4L
vergrendeling, is deze gekoppeld aan de oprijklep: de oprijklep kan alleen
worden gesloten als de etageafsluiting dicht is, en de etageafsluiting kan alleen
worden geopend als de oprijklep is neergelaten.
Als u een andere etageafsluiting gebruikt: de oprijklep mag alleen worden
gesloten als de etageafsluiting dicht is, en de etageafsluiting mag alleen worden
geopend als de oprijklep is neergelaten.
Versie 1.1
e
lid onder 1 van het Arbeidsbesluit).
7