Inhoudsopgave
Advertenties
˜ Los de remmen alleen wanneer het voertuig op een horizontaal oppervlak staat, of in noodgevallen
nadat u de stroom heeft uitgeschakeld. Zet de remvergrendelingen weer omhoog om de remmen
te vergrendelen nadat u het voertuig met de hand heeft verplaatst met ontgrendelde remmen.
Er bestaat risico op ongevallen doordat het voertuig vanzelf gaat rijden wanneer de remmen
zijn ontgrendeld.
˜ Druk niet te hard op de knoppen op het besturingspaneel en bedien deze niet met een scherp
voorwerp.
Het besturingspaneel en de knoppen kunnen dan beschadigd raken, waardoor het voertuig
onbruikbaar wordt.
˜ Buk u niet en leun niet uit het voertuig wanneer u ermee rijdt, en doe geen oefeningen terwijl
u rijdt. Houd rekening met het zwaartepunt wanneer u met het voertuig rijdt.
Het zwaartepunt heeft invloed op de stabiliteit, waardoor het voertuig uit balans kan raken.
Probeer onbereikbare zaken niet zelf te pakken vanaf het voertuig, maar vraag om hulp.
˜ Gebruik het voertuig niet met ruimvallende kleding of andere voorwerpen die gemakkelijk
in delen van de arm, de wielen of andere bewegende delen klem kunnen raken. Rijd niet over
kabels of touw.
Textiel, kabels en touw kan worden gegrepen door delen van het voertuig, waardoor dit
onbestuurbaar kan worden.
˜ Laat de voetsteun neer en houd uw voeten op de voetsteun tijdens het rijden.
Anders bestaat het risico dat uw voeten tijdens het rijden worden gegrepen door bewegende delen.
˜ Rijd niet met het voertuig terwijl u iets vasthoudt met de hand of meevoert op uw schoot.
Het voertuig kan onbedoeld gaan rijden.
˜ Rijd niet met het voertuig op de volgende plekken.
Het voertuig kan dan omvallen en er bestaat risico op ongevallen.
• Roltrappen of trappen
• Opstapjes die hoger zijn dan 5 cm
• Hellingen met een hellingshoek van 10° of meer
• Zachte oppervlakken, zoals zand of modder
• Besneeuwde of bevroren paden
˜ Rijd niet door plassen.
Er bestaat risico op corrosie en kortsluiting.
˜ Laat uw armen en benen of bagage niet buiten het voertuig bungelen.
Er bestaat risico op lichamelijk letsel door botsingen tijdens het rijden.
˜ Laat het voertuig niet slepen terwijl u het gebruikt.
Er bestaat risico op omkantelen.
˜ Probeer niet het voertuig een helling op te manoeuvreren als de kantelbeveiliging de grond
bij de helling raakt. Als de kantelbeveiliging de grond raakt, betekent dit dat de helling te steil
is voor het voertuig.
Het is erg gevaarlijk om te proberen het voertuig te manoeuvreren terwijl de kantelbeveiliging
de grond of een helling raakt. Het voertuig kan dan onbestuurbaar worden.
WAARSCHUWING
4. Bedieningsprocedures
Gebruikershandleiding WHILL Model C2
4
43
Advertenties
Inhoudsopgave
