4.1.
Inspectie voordat u in het voertuig stapt
Inspectie voor instappen in het voertuig
¢ Inspectiepunten
1. Inspectie met uitgeschakelde stroom
Montage
• Controleer of alle onderdelen juist zijn gemonteerd en dat er geen ontbrekende, kapotte, beschadigde
of losse onderdelen zijn.
• Controleer of de zittingvergrendeling en de wielstelvergrendeling zijn vergrendeld.
Werking
• Controleer of de joystick soepel beweegt.
• Controleer of de remmen kunnen worden gelost en of het voertuig met de hand kan worden geduwd.
Controleer ook of het voertuig niet beweegt als u er tegenaan duwt wanneer de remmen zijn vergrendeld.
Wielen
• Controleer of er geen sprake is van zichtbare vervormingen of scheurtjes in de omniwielen en de
achterwielen.
• Controleer de loopvlakken van de achterwielen en verzeker u ervan dat deze niet meer dan 0,5 mm
(1/64 inch) zijn afgesleten.
• Controleer of de omniwielen (voorwielen) niet meer dan 0,5 mm (1/64 inch) zijn afgesleten en of het
metaal van het inwendige niet blootligt.
2. Inspectie met ingeschakelde stroom
• Controleer op de indicator laadniveau op het display of het acculaadniveau toereikend is.
• Controleer of de knoppen op het besturingspaneel goed werken.
• Controleer of het gehele display goed werkt.
• Controleer of de geluidsknop goed werkt.
• Controleer of de wielen geen ongewone geluiden maken wanneer ze draaien.
• Als er sprake is van één van bovenstaande problemen en dit niet kan worden verholpen, neem contact
op met uw distributeur of met de klantenservice.
• Er kunnen witte vlekken zichtbaar zijn op de rollers van het voorwiel (omni-wiel) van het product.
Dit is het wascomponent van het antidegradatiemateriaal in het rubber dat aan het oppervlak komt
en is geen kwaliteitsprobleem.
Controleer het voertuig vóór het gebruik op onjuist gemonteerde, ontbrekende of defecte
onderdelen en controleer of de remmen vergrendeld zijn.
Er bestaat risico op lichamelijk letsel of ongevallen. Als er onderdelen moeten worden
vervangen of gerepareerd, staak het gebruik van het voertuig dan onmiddellijk en neem contact
op met uw distributeur.
Rijd niet op de kantelbeveiliging.
Als de kantelbeveiliging vervormd raakt, kan het voertuig zijn kantelbeveiligingsfunctionaliteit
verliezen. Neem contact op met uw distributeur om de kantelbeveiliging te laten vervangen als
deze vervormd is.
WAARSCHUWING
LET OP
4. Bedieningsprocedures
Gebruikershandleiding WHILL Model C2
4
33