4.5.
Rijden
Beweeg de joystick vooruit, achteruit, naar links of naar rechts om het voertuig in de gewenste richting te sturen.
De snelheid is afhankelijk van de mate waarin u de joystick bedient.
Als u de joystick loslaat, worden de remmen automatisch geactiveerd en stopt het voertuig.
Neem altijd alle verkeersregels in acht wanneer u op de openbare weg rijdt.
U kunt het best oefenen met rijden in een open ruimte met een goed zicht.
4
Zorg ervoor dat de accu is vergrendeld voordat u gaat rijden.
Het voertuig kan anders tot stilstand komen door een gebrekkig contact tussen het voertuig
en de accu.
Als u handschoenen draagt wanneer u het voertuig bedient, let dan op dat uw handschoenen
niet vast komen te zitten tussen delen van het voertuig.
Handschoenen kunnen vast komen te zitten tussen bedieningsorganen, waardoor het voertuig
onbedoeld kan gaan rijden.
Wees u goed bewust van uw omgeving en de toestand van de weg wanneer u met het voertuig
rijdt. Rijd voorzichtig en met passende snelheid, vooral op plekken waar veel mensen zijn,
in nauwe doorgangen, dicht bij muren of andere obstakels en op hellingen of wanneer de
ondergrond ongelijkmatig is.
Er bestaat risico op ongevallen. Bij rijden op natte hellingen bestaat het risico dat het voertuig
instabiel wordt. Let goed op wanneer u met het voertuig rijdt.
Controleer of de achterlichten zichtbaar zijn voor andere weggebruikers voordat u in het
donker of bij beperkt zicht met het voertuig gaat rijden.
Er bestaat risico op ongevallen.
Nader stoepranden, opstapjes, hellingen en soortgelijke obstakels met een hoek van 90°
en rijd er voorzichtig en met lage snelheid overheen.
Er bestaat risico op kantelen of vervorming van de wielstellen.
Let erop dat het besturingspaneel niet per ongeluk wordt geraakt door mensen of objecten
rond het voertuig.
Het voertuig kan dan botsen of omkantelen.
Zorg ervoor dat uw lichaam de wielen niet raakt. Zorg ervoor dat anderen rondom het voertuig
niet in contact komen met de wielen.
Er bestaat risico op lichamelijk letsel.
Wanneer u naar beneden rijdt op een helling en wilt stoppen, laat het besturingspaneel dan
tijdig los en zorg ervoor dat er extra ruimte rond het voertuig is om te kunnen stoppen.
De remafstand is langer wanneer u een helling afrijdt. Er bestaat risico dat het voertuig niet
op tijd stopt, zodat een aanrijding wordt veroorzaakt.
Blijf op veilige afstand van randen wanneer u bijvoorbeeld op verhogingen of in de buurt van
goten rijdt.
Het voertuig kan omvallen.
42
Gebruikershandleiding WHILL Model C2
WAARSCHUWING