9.3 Instellen van balans
Uitgangspunt bij het balansinstellen is dat ongeveer 80% van het gewicht van de gebruiker zo dicht
mogelijk boven de achteras komt te liggen. De lage druk op het voorwiel zorgt voor een goede
manoeuvreerbaarheid en een lage rolweerstand.
(figuur 33) Voor het instellen van de balans draait u eerst de inbusbouten(4) van het spatbord(1) los.
Daarna kunt u de zitting verplaatsen. Dit doet u door de schroeven(3) los te draaien en het haakje(2)
één gat naar voren te verplaatsen. Bij een te scherp afgestelde stoel verplaatst u het haakje één gat
naar achteren. Hierna draait u de verzonken kopschroeven(3) weer vast. Dan kunt u ook het
spatbord weer bevestigen op de juiste positie.
Na deze handelingen stelt u de voetsteun en de kniehoek opnieuw in zoals hiervoor beschreven
staat.
Figuur 33: De balans van de stoel
Voor controle van de balansinstelling kijkt u naar de reactie van het kind. Als het zich zeker voelt bij
het voorzichtig balanceren en bij het staan op de kantelsteunen, is de instelling goed. Bij angst moet
de stoel iets minder scherp gezet worden. Na verloop van tijd kan de stoel steeds scherper gezet
worden om de best mogelijke rijeigenschappen te bereiken.
44