•
De heupgordel moet dwars over de voorzijde van het
lichaam lopen ter hoogte van de plek waar de heup en het
bekken bij elkaar komen. De gordel moet daarbij goed
aansluiten op het lichaam. De bovengordel moet de
gebruiker volledig ondersteunen, zoals aangegeven in
figuur 21.
•
De diagonale gordel moet over de schouder en de borst
lopen.
•
De gordels moeten voldoende strak zitten waarbij ze niet
oncomfortabel mogen zijn voor de gebruiker.
•
De gordel mag niet gedraaid zitten.
•
De gordel mag niet tegen rolstoelonderdelen (zoals
armleggers of wielen) aanliggen, waardoor de gordel niet
meer volledig het lichaam van de gebruiker ondersteunt
(figuur 22).
•
De goedgekeurde 3-puntsveiligheidsgordel is bedoeld om
letsel aan hoofd en borst te voorkomen.
•
Bovengenoemde aandachtspunten aangaande de gordels
zijn gebaseerd op de ISO7176-19 crashtest die de Kiddo
Classic heeft ondergaan.
•
Om te voorkomen dat andere inzittenden letsel oplopen,
moet een werkblad (indien aanwezig) verwijderd worden.
Dit werkblad dient elders in het voertuig veilig opgeborgen
te worden.
•
Indien mogelijk, moeten de accessoires worden
vastgezet of worden verwijderd.
•
Na ieder ongeval dient de fabrikant-vertegenwoordiger
de rolstoel te beoordelen of deze weer gebruikt kan
worden.
•
Wijzigingen en/of vervangingen aan de vastzetpunten of structurele delen en framedelen
dienen niet te worden uitgevoerd, zonder vooraf de fabrikant te raadplegen.
Zithoudingsgordel
De zithoudingsgordel is bedoeld om de inzittende te positioneren. Bevestig deze om of op het
metalen zitframe.
waarschuwing: De als optie leverbare zithoudingsgordel is geen veiligheidsgordel.
32
Figuur 21: positionering gordels
Figuur 22: Incorrecte positionering