6 Installatie
a
b
c
a
De binnenkant van de verbreding mag GEEN gebreken
vertonen.
b
Het uiteinde van de leiding MOET gelijkmatig en in een
perfecte cirkel verbreed zijn.
c
Controleer of de flaremoer is aangebracht.
6.4.6
Gebruik van de afsluiter en servicepoort
VOORZICHTIG
Draai de kleppen NIET open voordat de verbreding
voltooid is. Anders zou er koelgas gaan lekken.
Omgaan met de afsluiter
Houd rekening met de volgende richtlijnen:
▪ De afsluiters zijn gesloten in de fabriek.
▪ In de afbeelding hierna ziet u de onderdelen van de afsluiter die u
nodig hebt wanneer u de klep gebruikt.
a
b
c
d
a
Servicepoort en servicepoortdeksel
b
Klepsteel
c
Aansluiting lokale leiding
d
Steeldeksel
▪ Houd beide afsluiters open tijdens de werking.
▪ Oefen GEEN overmatige kracht uit op de klepsteel. Anders kan de
afsluiter afbreken.
▪ Houd de afsluiter ALTIJD vast met een moersleutel, en draai dan
de flaremoer los of vast met een momentsleutel. Zet de
moersleutel NIET op het steeldeksel, aangezien dit een
koelmiddellek kan veroorzaken.
a
Moersleutel
b
Momentsleutel
▪ Wanneer een lage bedrijfsdruk wordt verwacht (bijvoorbeeld bij
koelen bij lage buitentemperaturen), moet u de flaremoer in de
afsluiter op de gasleiding voldoende afdichten met siliconen om
bevriezing te voorkomen.
Siliconen afdichtmiddel; zorg ervoor dat alles goed
afgedicht is.
De afsluiter openen/sluiten
1 Verwijder het deksel van de afsluiter.
2 Steek een zeskantsleutel (vloeistofzijde: 4 mm, gaszijde: 4 mm)
in de klepsteel en draai de klepsteel:
Uitgebreide handleiding voor de installateur
16
a
b
Linksom om te openen.
Rechtsom om te sluiten.
3 Stop met draaien zodra de afsluiter NIET meer verder draait.
De klep is nu open/dicht.
Omgaan met de steeldop
▪ Het steeldeksel is verzegeld op de plaats die door de pijl wordt
aangegeven. Beschadig dit NIET.
▪ Draai na gebruik van de afsluiter het steeldeksel goed vast en
controleer op koelmiddellekken.
Item
Steeldeksel, vloeistofzijdig
Steeldeksel, gaszijdig
Omgaan met de servicedop
▪ Gebruik ALTIJD een vulslang met een drukpen omdat de
servicepoort een Schrader-ventiel is.
▪ Draai na gebruik van de servicepoort het deksel van de
servicepoort vast en controleer op koelmiddellekken.
Onderdeel
Dop van de onderhoudspoort
6.4.7
De koelmiddelleiding op buitenunit
aansluiten
▪ Leidinglengte. Houd de lokale leidingen zo kort mogelijk.
▪ Bescherming leidingen. Bescherm de lokale leidingen tegen
fysieke schade.
1 Sluit de koelvloeistofaansluiting van de binnenunit aan op de
vloeistofafsluiter van de buitenunit.
a
c
b
a
Vloeistofafsluiter
b
Gasafsluiter
c
Servicepoort
2 Sluit de gasaansluiting van de binnenunit aan op de gasafsluiter
van de buitenunit.
OPMERKING
Er wordt geadviseerd de koelmiddelleidingen tussen de
binnen- en de buitenunit in een buis te leggen of
afwerkingstape rond deze leidingen te wikkelen.
Aanhaalmoment (N∙m)
21,6~27,4
21,6~27,4
Aanhaalmoment (N∙m)
10,8~14,7
(A)RXP20~35L2V1B + RXF20~35A2V1B
R32 Split-reeks
4P513661-2 – 2017.11