6 Installatie
Typische werkstroom
Een typische installatie bestaat uit de volgende stappen:
1
Units openen
2
Buitenunit monteren
3
Koelmiddelleiding aansluiten
4
Koelmiddelleiding controleren
5
Koelmiddel bijvullen
6
Elektrische bedrading aansluiten
7
Installatie van de buitenunit voltooien
6.2
De units openen
6.2.1
Over het openen van de units
Soms moet u de unit openen. Voorbeeld:
▪ Bij het aansluiten van de koelmiddelleidingen
▪ Wanneer u de elektrische bedrading moet aansluiten
▪ Wanneer u onderhoudswerkzaamheden op de unit moet uitvoeren
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
Laat de unit NIET onbewaakt achter wanneer het
servicedeksel verwijderd is.
6.2.2
De buitenunit openen
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN
6.3
De buitenunit monteren
6.3.1
Over de montage van de buitenunit
Wanneer
De buitenunit en binnenunit moet worden gemonteerd alvorens de
koelmiddelleidingen kunnen worden aangesloten.
Typische werkstroom
Een typische montage van de buitenunit bestaat uit de volgende
stappen:
1
De installatiestructuur voorzien.
2
De buitenunit installeren.
3
Afvoer voorzien.
4
Ervoor zorgen dat de unit niet kan omvallen.
5
De unit beschermen tegen sneeuw en wind door een afdak
tegen de sneeuw en geleideplaten. Zie "De installatieplaats
voorbereiden" in
"5 Voorbereiding" op
Uitgebreide handleiding voor de installateur
12
1×
2
1
2
pagina 9.
6.3.2
Voorzorgsmaatregelen bij de montage
van de buitenunit
INFORMATIE
Lees ook de voorzorgsmaatregelen en vereisten in de
volgende hoofdstukken:
▪ Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de
veiligheid
▪ Voorbereiding
6.3.3
De installatiestructuur voorzien
Controleer de stevigheid en het vlak zijn van de grond waarop de
unit geïnstalleerd zal worden, zodat deze niet gaat trillen of lawaai
maken wanneer ze in bedrijf is.
Maak de unit stevig vast met ankerbouten zoals aangegeven op het
schema van de fundering.
Leg 4 sets met M8- of M10-funderingsbouten, moeren en vulringen
klaar (lokaal te voorzien).
(mm)
Voorzie altijd minstens 300 mm vrije ruimte onder de unit. De unit
moet bovendien ook minstens 100 mm boven de maximaal
verwachte sneeuwhoogte geplaatst zijn. Voorzie in dat geval best
een voetstuk.
(A)RXP20~35L2V1B + RXF20~35A2V1B
R32 Split-reeks
4P513661-2 – 2017.11