6.4.7 Koelmiddelleiding op buitenunit aansluiten
6.5 De koelmiddelleiding controleren
6.5.1 Over het controleren van de koelmiddelleidingen
ARXM50~71+RXM42~71N2V1B(9) + RXP50~71M2V1B +
RXA42+50+RXF50+60B2V1B + RXF71A2V1B + RXJ50N2V1B +
ARXF50~71A2V1B
R32 Split-reeks
4P513661-7H – 2019.12
▪
Draai na gebruik van de servicepoort het deksel van de servicepoort vast en
controleer op koelmiddellekken.
Item
Servicepoortdeksel
▪
Leidinglengte. Houd de lokale leidingen zo kort mogelijk.
▪
Bescherming leidingen. Bescherm de lokale leidingen tegen fysieke schade.
1 Sluit de koelvloeistofaansluiting van de binnenunit aan op de vloeistofafsluiter
van de buitenunit.
a
c
b
a
Vloeistofafsluiter
b
Gasafsluiter
c
Servicepoort
2 Sluit de gasaansluiting van de binnenunit aan op de gasafsluiter van de
buitenunit.
OPMERKING
Er wordt geadviseerd de koelmiddelleidingen tussen de binnen- en de buitenunit in
een buis te leggen of afwerkingstape rond deze leidingen te wikkelen.
De interne koelmiddelleiding van de buitenunit is in de fabriek getest op lekken. U
moet alleen nog maar de externe koelmiddelleiding van de buitenunit controleren.
Alvorens de koelmiddelleiding te controleren
Controleer of de koelmiddelleiding is aangesloten tussen de buitenunit en de
binnenunit.
Typische werkstroom
Een typische controle van de koelmiddelleiding bestaat uit de volgende stappen:
1
De koelmiddelleiding controleren op lekken.
2
Alle vocht, lucht of stikstof uit de koelmiddelleiding verwijderen door middel
van vacuümdrogen.
Als de koelmiddelleiding vocht kan bevatten (bijvoorbeeld water in de leiding),
moet u eerst vacuümdrogen zoals hieronder beschreven tot alle vocht is
verwijderd.
6
|
Installatie
Aanhaalmoment (N∙m)
11~14
Uitgebreide handleiding voor de installateur
35