nl
6.3
Plichten van de gebruiker
6.4
Installatie
16
•
Verticale mobiele natte opstelling met pompvoet
•
Neem lokaal geldende voorschriften voor ongevallenpreventie en veiligheid in acht.
•
Neem alle voorschriften voor werkzaamheden met zware lasten en onder gehesen lasten
in acht.
•
Stel beschermingsmiddelen ter beschikking. Zorg ervoor dat de beschermingsmiddelen
door het personeel worden gedragen.
•
Neem voor het bedrijf van afvalwatertechnische installaties de lokale voorschriften voor
afvalwatertechniek in acht.
•
Voorkom drukstoten!
In lange persleidingen over heuvelachtig terrein kunnen drukstoten optreden. Deze
drukstoten kunnen de pomp onherstelbaar beschadigen!
•
Zorg, afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden en de afmetingen van de pompput,
voor voldoende afkoeltijd van de motor.
•
De bouwkundige constructie en/of de fundamenten moeten voldoende sterk zijn voor
een veilige en functionele bevestiging. De eindgebruiker is verantwoordelijk voor het ter
beschikking stellen van een geschikte bouwkundige constructie!
•
Controleer de beschikbare tekeningen (installatieschema's, plaats van opstelling, toe-
voerverhoudingen) op volledigheid en juistheid.
GEVAAR
Levensgevaar door het gevaarlijke alleen werken!
Werkzaamheden in putten en nauwe ruimten, en werkzaamheden waar-
bij valgevaar bestaat, zijn gevaarlijke werkzaamheden. Deze werkzaam-
heden mogen niet alleen worden uitgevoerd!
• Voer deze werkzaamheden altijd samen met een andere persoon uit!
•
Draag beschermingsmiddelen! Neem het interne reglement in acht.
–
Veiligheidshandschoen: 4X42C (uvex C500 wet)
–
Veiligheidsschoen: Beschermingsklasse S1 (uvex 1 sport S1)
–
Veiligheidshelm: EN 397 conform de norm, bescherming tegen laterale vervorming
(uvex pheos)
(Bij toepassing van hijsmiddelen)
•
Bereid de plaats van opstelling voor:
–
Schoon, vrij van grove vaste stoffen
–
Droog
–
Vorstvrij
–
Gedesinfecteerd
•
Tijdens de werkzaamheden kunnen zich giftige of verstikkende gassen verzamelen:
–
Leef de beschermingsmaatregelen volgens het interne reglement na (neem bijv. een
gasmelder mee en doe een gasmeting).
–
Zorg voor voldoende ventilatie.
–
Wanneer zich giftige of verstikkende gassen verzamelen, moet de werkplek onmid-
dellijk worden verlaten!
•
Houd de pomp bij het dragen altijd vast aan de greep!
•
Hijsmiddel opstellen: vlak oppervlak, schoon, stevige ondergrond. De opslagplaats en de
plaats van opstelling moeten probleemloos te bereiken zijn.
•
Bevestig de ketting of de draadkabel met een schakel aan de greep/het bevestigings-
punt. Gebruik alleen bouwtechnisch goedgekeurde bevestigingsmiddelen.
•
Leg alle aansluitkabels volgens de voorschriften aan. Van de aansluitkabels mag geen
gevaar (struikelen, beschadiging tijdens het bedrijf) uitgaan. Controleer of de kabeldoor-
snede en kabellengte passen bij de gekozen installatiewijze.
•
Installatie van schakelkasten: Neem de instructies van de fabrikant in acht (IP-klasse,
beveiligd tegen overstroming, explosieve zones)!
•
Voorkom luchtinvoer in het medium. Gebruik bij de toevoer schotten of keerplaten.
Breng ventilatievoorzieningen aan!
•
Het droog laten lopen van de pomp is verboden! Luchtbellen vermijden. Het waterpeil
mag niet lager zijn dan het minimumwaterpeil. De installatie van een droogloopbeveili-
ging wordt aanbevolen!
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Rexa PRO-S • Ed.01/2022-03