Scannen (voor gebruikers van een USB-kabel)
Voor Touchscreen modellen
a
Plaats uw document.
b
Druk op Scannen.
c
Druk op Scan naar pc.
d
Druk op Bestand.
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Als u de duplexinstelling wilt wijzigen, drukt u op Duplex scannen en vervolgens op Uit,
DuplexScan : lange zijde of DuplexScan : korte zijde. Ga naar stap e.
Om het scannen te starten zonder bijkomende instellingen te wijzigen, gaat u naar stap e.
e
Druk op Start.
De machine begint met scannen.
Opmerking
• Het scantype hangt af van de instellingen van het scherm Scaninstellingen apparaat van het
ControlCenter4-configuratievenster of het tabblad Bedieningsknop Apparaat van het ControlCenter2-
configuratievenster.
• Als u wilt schakelen tussen scannen in kleur en in zwart-wit, kiest u kleur of zwart-wit bij de optie voor het
type scan op het scherm Scaninstellingen apparaat van het ControlCenter4-configuratievenster of het
tabblad Bedieningsknop Apparaat van het ControlCenter2-configuratievenster. (Voor Windows
raadpleegt u De instellingen van de toets Scannen configureren uu pagina 82 voor Startmodus of De
instellingen van de toets Scannen configureren uu pagina 96 voor Geavanceerde modus. Zie
SCANNEN uu pagina 181 voor Macintosh.)
• Als u het venster met de map na het scannen van het document wilt laten weergeven, selecteert u
Map weergeven op het scherm Scaninstellingen apparaat van het ControlCenter4-configuratievenster
of het tabblad Bedieningsknop Apparaat van het ControlCenter2-configuratievenster.
• Als u de bestandsnaam van gescande documenten wilt wijzigen, typt u de bestandsnaam in het vak
Bestandsnaam op het scherm Scaninstellingen apparaat van het ControlCenter4-configuratievenster
of het tabblad Bedieningsknop Apparaat van het ControlCenter2-configuratievenster.
• Als u de standaardbestandsgrootte voor JPEG, PDF of Beveiligde PDF wilt wijzigen, selecteert u de
gewenste grootte door de schuifregelaar op het scherm Scaninstellingen apparaat van het
ControlCenter4-configuratievenster of het tabblad Bedieningsknop Apparaat van het ControlCenter2-
configuratievenster te verslepen.
12
®
12
222