Afdrukken
Een document afdrukken
Wanneer de machine gegevens van uw computer ontvangt, begint het afdrukproces en wordt papier uit de
papierlade gehaald. Via de papierlade kunnen diverse papiersoorten en enveloppen worden ingevoerd.
(Voor informatie over de papierlade en aanbevolen papiersoorten: uu Beknopte gebruikershandleiding)
a
Selecteer de opdracht Afdrukken in uw toepassing.
Als er nog andere printerdrivers op uw computer zijn geïnstalleerd, selecteert u Brother MFC-XXXX* als
printerdriver in het menu Afdrukken of Afdrukinstellingen van uw softwaretoepassing, waarna u op OK
klikt om te beginnen met afdrukken.
*(Hierbij staat XXXX voor de naam van uw model.)
Opmerking
(Macintosh) Zie Functies in de printerdriver (Macintosh) uu pagina 137.
b
Uw computer stuurt de gegevens naar de machine. De Data-led knippert.
c
Wanneer alle gegevens zijn afgedrukt, stopt de Data-led met knipperen.
Opmerking
In uw toepassing kunt u het papierformaat en de afdrukstand selecteren.
Als de toepassing het door u opgegeven papierformaat niet ondersteunt, selecteert u een formaat dat net
iets groter is.
Vervolgens past u het afdrukgebied aan door de rechter- en linkermarge in de toepassing te wijzigen.
2
2
14