INSTALLATIE
50
Stap 2. Sluit de stroomkabel aan op de hoofdstroomvoorziening Zie onderstaande afbeelding voor
gedetailleerde informatie. Bij het aansluiten van een aardingskabel, moet de diameter van
de kabel vermeld zijn in de onderstaande tabel. De aardingskabel is aangesloten op de
behuizing van de bedieningskast, waar het aardingsymbool
Stap 3. Gebruik kabelklemmen (of kabelklemmen) om te voorkomen dat de voedingskabel per
ongeluk worden verplaatst.
Stap 4. Zet het zijpaneel weer op het toestel vast door schroeven vast te draaien.
EENHEID STROOM
UN60A (1Ø : 9, 12, 14, 16 kW)
Doet u dit niet dan kan dit leiden tot , brand, elektrische schokken of de dood.
• Zorg ervoor dat de voedingskabel de koperen buis niet raakt.
• Zorg ervoor dat u [koordklem] stevig bevestigt om de aansluiting van de terminal te ondersteunen.
• Zorg ervoor dat het vermogen van het apparaat en de verwarming afzonderlijk worden aangesloten.
* Deze functie kan verschillen afhankelijk van het type model.
CODE
KLEM
EENHEID
STROOM
UN36A (5, 7, 9 kW)
CODE KLEM
is gemarkeerd.
CODE KLEM
EENHEID STROOM
UN60A (3Ø : 12, 14, 16 kW)