3.6
Montage met de actuator
1. Schuifstang van de aandrijving volledig inschuiven en aandrijving op het ventielkoppelstuk
stellen.
2. De afsluiterspindel moet centrisch staan t.a.v. de opnameboring en haaks t.a.v. het
oplegvlak van de aandrijving (toelaatbare parallelle afwijking <0,1 mm [0,009 inch] in
verhouding tot de totale slag).
3. Samenstel op verticale montageplaat met licht geoliede schroeven van sterkteklasse 8.8
(treksterkte 800 N/mm
[93550 pounds/square inch]) bevestigen.
BELANGRIJK (AANWIJZING)
Schenk aandacht aan de aandraaimomenten en schroefdraadmaten in de flens van de
aandrijving!
Aandrijving
LME
RSD10 / RSD20 175 Nm (129,07 lbf-ft)
RSD50
RSD100
4. Schuifstang d.m.v. het handwiel uitschuiven en via de koppeling met de ventielspindel
verbinden.
5. Schuif de schuifstang handmatig in om te controleren of de externe aanslag van de
aandrijving aan de behuizingsflens geplaatst is, voordat de ventielkegel het deksel aanraakt.
6. Zo nodig m.b.v. de koppeling aanpassen (alleen beperkt mogelijk!).
4
Elektrische aansluitingen
BELANGRIJK (AANWIJZING)
De elektrische aansluitschema's vindt u in de handleiding van de vermogenselektronica.
OI/LME/RSD10_100-NL
2
[116032 pounds/square inch] strekgrens 640 N/mm
Aandraaimoment
20 Nm (14,75 lbf-ft)
340 Nm (250,77 lbf-ft)
340 Nm (250,77 lbf-ft)
LME620 / RSD10 ... 100 (Contrac)
Elektrische aansluitingen
Flensschroefdraad
M8-15 diep
M16-20 diep
M20-25 diep
M20-25 diep
2
19