3
Montage
WAARSCHUWING - Door vallende of kantelende lasten kan gevaar ontstaan!
Dood of ernstig letsel als gevolg van vallen of kantelen van het apparaat!
•
Sta of ga niet onder hangende lasten!
•
Hijs- en hefgerei pas na de montage losmaken!
•
Onderdelen alleen ophangen op de hiervoor bedoelde hefinrichting (oogschroeven)!
3.1
Aandrijvingscontrole
Alvorens te beginnen met de montage dient u ervoor zorgen dat de toestand van de aandrijving
bij levering overeenkomt met de bestelgegevens en het beoogde gebruik.
•
Als de montagepositie afwijkt van de inbouwpositie IMV 1 (zie Afb. 6 en Afb. 5) dient u het
olipeil te controleren.
•
Na de montage van de aandrijving moet de ontluchtingsklep in het bovenste olieboorgat
worden gemonteerd (zie Afb. 6 en Afb. 5).
•
Waarborg voor de ingebruikname dat de motor en de aansluitcompartimenten vrij van vuil,
vocht of corrosie zijn.
•
Zorg voor een voldoende regelweg voor de slag van de afsluiter/klep.
3.2
Installatie Instructies
•
Zorg voor een goede toegankelijkheid om het handwiel te bedienen, de elektrische
aansluiting tot stand te brengen of samenstellen te kunnen vervangen.
•
Kies een opstelplaats die beschermd is tegen directe blootstelling aan regen, sneeuw, enz.
•
De regelaandrijvingen hebben in de inbouwpositie IMV 1 meer weerstand tegen
trillingsbelastingen volgens EN 60068-2-6, tabel C.2 tot 150 Hz en aanvullend 1 g / 30 min.
•
De maximale nominale instelkracht van de aandrijving mag niet continu worden
overschreden. Tijdelijke belastingen van max. 2 x nominale instelkracht op korte termijn zijn
toegestaan.
•
Bij de montage in de nabijheid van warmtebronnen dient u gebruik te maken van een
tussenlaag of een afscherming.
3.2.1
Eisen aan de constructie van afsluiters en kleppen
•
De eindstandkrachten (tot max. 2,5 x nominale instelkracht) dienen in acht te worden
genomen bij het ontwerp van de afsluiters of kleppen.
OI/LME/RSD10_100-NL
LME620 / RSD10 ... 100 (Contrac)
Montage
15