Inhoudsopgave
Advertenties
Werkingskenmerken
D Start het systeem altijd nadat de lucht is ontlast uit
de compressor.
Hoe ontlast u de compressordruk: Zorg ervoor
dat het luchtventiel (423) van het pistool en het lucht-
reduceerventiel (424) open staan. Hierdoor ontlast
de lucht in de compressor elke keer als u het systeem
uitschakelt. Zie Afb. 9.
D Er ontsnapt lucht uit de nozzle van het pistool als het
luchtventiel (423) van het pistool open staat. Zie Afb. 9.
U kunt het ventiel dichtdraaien om de lucht uitstroming
te beperken, maar u kunt het ook permanent open laten
staan behalve bij het voorpompen van het systeem. Zie
Spuittechnieken op blz. 12 en 13 voor meer kenmerken
van het pistool.
D Er bevindt zich een compressorontlastkraan (30) met
twee drukontlastingsventielen (30d) onder de bescherm-
kap van de compressor (16). Er ontsnapt lucht uit de
kraan, hetgeen een ploppend geluid geeft als de lucht-
doorstroming bij het pistool te zeer beperkt is. Het ventiel
gaat automatisch weer dicht als de luchtdoorstroming
weer toeneemt. Zie Afb. 10.
D Als er lucht verdwijnt via de geluiddemper van de pomp,
of wanneer de pomp start en dan weer stopt, zie dan
instructiehandleiding 309009 van de structuurpomp.
D Laat de materiaalslang altijd aangesloten zitten als
er materiaal in de vultrechter zit. Als de slang wordt
verwijderd, dan loopt de vultrechter leeg via de pomp.
WAARSCHUWING
De motor heeft een thermische overbelastingsschakelaar
die de motor uitschakelt als deze oververhit.
Om het risico van ernstig lichamelijk letsel als gevolg
van een onverwachte start te verminderen, moet u de
ON/OFF-schakelaar (D) altijd op OFF stellen als de motor
afslaat. Zie Afb. 3 op blz. 5.
VOORZICHTIG
Het spuittoestel onafgebroken laat draaien kan het
stroomsnoer beschadigen. Laat het spuittoestel niet
langer dan 1 uur per tijdsinterval van 2 uur draaien
op maximale druk.
8
308718
Voorbereiding
(op de afbeelding
in de open stand)
Afb. 9
Afb. 10
423
424
16
7132A
30
30d
7074A
Advertenties
Inhoudsopgave
