Om minder materiaal te krijgen
Kan u een van deze methoden gebruiken, al dan niet in
combinatie:
D Schroef de materiaalregelknop (418) van het pistool
naar binnen.
D Gebruik een kleinere tip.
D Verlaag de pompdruk met behulp van de regelaar.
Om meer materiaal te krijgen
Kan u een van deze methoden gebruiken, al dan niet in
combinatie:
D Draai het luchtstroomventiel (424) naar 'minder' (–).
D Draai de materiaalknop (418) losser om een groter
trekkerbereik te krijgen.
OPMERKING: Er is sprake van maximaal trekkerbereik
als de trekkerhaak (401) de trekker in de
open stand kan houden. Afb. 13.
D Gebruik een kortere slang.
D Gebruik een dunner materiaalmengsel.
D Probeer een tip met een grotere spuitopening.
D Verhoog de pompdruk (met behulp van de regelaar).
VOORZICHTIG
Als u de knop (418) te ver naar buiten draait, dan ver-
wijdert u daarmee de knop en schakelt het pistool niet
uit als de trekker wordt losgelaten.
418
401
423
Afb. 13
Spuittechnieken
IN
UIT
424
7134A
Materiaalvlagen voorkomen
Om te voorkomen dat materiaal aan het begin van een spuit-
patroon met een vlaag uit het pistool komt, moet u de trekker
langzaam indrukken tot de volledig ingedrukte stand en daar-
bij het pistool snel heen en weer bewegen.
Voor continu-spuiten
Houd de trekker open met de trekkerhaak (401) om de
operator minder vermoeid te laten worden.
De consistentie van het materiaal van tijd tot
tijd controleren
Controleer het materiaal en verdun het zonodig om de juiste
consistentie te blijven houden. Het materiaal kan dikker worden
als het een tijdje in de houder zit en daardoor de productie
vertragen of van invloed zijn op het spuitpatroon.
418
401
Afb. 14
IN
UIT
424
423
308718
7133A
13