Inhoudsopgave
Advertenties
Bedieningshandleiding
4. Onderhoudswerkzaamheden
4.1. Smeersysteem
Controle van het oliepeil
Controleer dagelijks of voor elke start het oliepeil in het motorblok en zorg ervoor dat het niveau van de peilstok tussen de
bovenste streep (markering 'Max') en de onderste streep (markering 'Min') ligt. Om het oliepeil te controleren:
1. Verwijder de peilstok.
2. Maak het uiteinde van de peilstok schoon.
3. Steek hem weer volledig in de geleider.
4. Verwijder hem weer om het oliepeil te controleren.
Als het stroomaggregaat op een helling is gemonteerd, moet de oliepeilstok worden aangepast om te voorkomen dat
de oliepomp aanzuigproblemen krijgt. Volg deze stappen om de wijziging uit te voeren:
1.
Vul het oliecircuit met de motor in horizontale positie tot de minimummarkering op de peilstok en noteer de
hoeveelheid verbruikte olie.
2.
Vul het oliecircuit met de motor in horizontale positie tot de maximummarkering op de peilstok en noteer de
hoeveelheid verbruikte olie.
3.
Vul het oliecircuit met de motor in gekantelde positie met de maximale hoeveelheid olie, zoals hierboven
gemeten. Voer vervolgens de nieuwe maximummarkering in.
Verwijder vervolgens het verschil tussen de maximum- en minimumhoeveelheid en geef de nieuwe minimummarkering aan.
Laat het stroomaggregaat niet draaien als het oliepeil onder de markeringen 'Min' of 'Max' staat.
Vervanging oliefilter
Verwijder het oliefilter met een bandsleutel. Smeer een kleine hoeveelheid olie op de ringafdichting en draai deze
stevig met de hand vast wanneer u een nieuw oliefilter installeert. Zodra deze handeling is voltooid, start u het
stroomaggregaat en controleert u of er geen olie lekt.
Gebruik olie met een viscositeit van 15W40. Gebruik olie met een kwaliteit die niet lager is dan ACEA E5/E3 of API
CH-4/SJ. Andere motoroliën kunnen invloed hebben op de garantiedekking, leiden tot het vastlopen van interne
motoronderdelen en/of kunnen de levensduur van de motor verkorten.
Olie vullen/verversen
De olie moet worden ververst terwijl het stroomaggregaat warm is, om er zeker van te zijn dat de olie volledig is
afgetapt. De procedure is als volgt:
1. Tap de olie af (volg de onderstaande stappen)
a. Stop het stroomaggregaat.
b. Maak de negatieve (-) pool van de batterij los.
c.
Verwijder de olieaftapplug uit het uiteinde van de huls.
d. Sluit de externe oliepomp aan op het uiteinde van de olieaftapleiding. Plaats
de pompuitlaat in een opvangbak voor olie.
e. Geef het stroomaggregaat voldoende tijd om de olie volledig af te tappen.
2. Vervang het oliefilter.
3. Verwijder de oliepeilstok.
4. Vul met olie volgens de capaciteit van het oliecircuit.
5. Controleer op lekken.
6. Controleer het oliepeil volgens de procedure van de controle van het oliepeil.
Vul nooit te veel. Te veel vullen kan leiden tot witte uitlaatrook, overtoeren van het stroomaggregaat of interne schade.
4.2. Brandstofsysteem
Brandstofspecificaties
Gebruik ASTM No.2-D diesel voor de beste motorprestaties en om motorschade te voorkomen. Gebruik geen kerosine,
zware dieselbrandstof of biodiesel. Het is van essentieel belang dat schone, gefilterde brandstof wordt gebruikt.
Solé, S.A. C-243 b, km 2 · 08760 Martorell (Barcelona) ·Tel. +34 93 775 14 00 · www.solediesel.com · info@solediesel.com
Manuale dell'operatore. Motore diesel marini
6
Advertenties
Inhoudsopgave
