Pagina 2
Gebruikshandleiding INNOVA 500 COMBI De inhoud van deze handleiding en INNOVA 500 software zijn het eigendom van Test Equipment Nederland B.V. Elke vorm van verveelvoudiging van deze handleiding of software is niet toegestaan. Test Equipment Nederland B.V is niet aansprakelijk voor directe of indirecte schade die voortvloeit uit het gebruik van de apparatuur of deze handleiding.
Alvorens de INNOVA 500 in gebruik te nemen, is het beslist noodzakelijk deze handleiding uitvoerig door te nemen! Indien u vragen heeft omtrent het gebruik van de INNOVA 500, aarzelt u dan niet telefonisch contact op te nemen met : TBA B.V. T: 0294-284428 F: 0294-281857 E: r.steenhart@tba-ten.nl TEN B.V. T: 0294-284428 F: 0294-281857 m.d.goede@tba-ten.nl Test Equipment Nederland B.V.
2 Voor- en achterzijde Figuur 1. Voorzijde van de INNOVA 500 Display Lambda Display HC (equivalent Hexaan C ) in ppm vol. Display CO (koolmonoxide) in % vol. Display RPM (toerental) in 1/min of olietemperatuur in ºC Display O (zuurstof) in % vol. Display CO (kooldioxide) in % vol.
Pagina 6
Figuur 2. Achterzijde van de INNOVA 500 Aansluiting voor de opnamesonde Waterafscheider met grof- en fijnfilter Kunststoffilter Zuurstofsensor Aansluiting voor de inductieve toerentellerklem Aansluiting voor de piezo of pulstoerenteller (b.v. UBT 1000) Aansluiting voor de olietemperatuursensor Netspanningaansluiting met schakelaar en zekeringen Netspanninguitgang (voor roetmeter) Uitgang gassen met lektestadapter Uitgang water...
3 Opstarten van de INNOVA 500 Nadat u de INNOVA 500 heeft aangeschakeld met de schakelaar op de achterzijde, nummer 9 figuur 2, worden er automatisch een aantal interne tests uitgevoerd. Na het opstartscherm met de tekst ‘INNOVA 500’ , worden de resultaten van de tests aan de gebruiker getoond.
Pagina 8
Als laatste wordt het scherm getoond met de datum waarop de gaskalibratie verloopt, ‘CAL. DUE’. De INNOVA 500 moet dus vóór deze datum opnieuw worden gekalibreerd. Figuur 5. De verloopdatum van de gaskalibratie. Tijdens het tonen van de opstartschermen hoeft u niet op de toetsen te drukken. Elk scherm wordt ca. 5 seconde getoond.
4 Bediening van de INNOVA 500 De bediening van de INNOVA 500 is uiterst eenvoudig. De INNOVA 500 wordt bedient m.b.v. de acht toetsen aan de voorzijde. Als u tijdens een programmaonderdeel een bepaalde toets kunt gebruiken, dan wordt dit aangegeven m.b.v.
5 Menu’s van de INNOVA 500 Zoals in hoofdstuk 4 beschreven staat, kunt u m.b.v. de toetsen vanuit de ‘standby-mode’ de volgende menu’s en menu-items selecteren. Test Equipment Nederland B.V. (C) Pagina 10 Versie 2.00 2017...
Verklaring PETROL uitlaatgasmeting DIESEL diesel roetmeting USER gebruikersmenu SERVICE servicemenu (alleen toegankelijk voor geautoriseerde technici) STATUS systeemstatus VER. softwareversie checksum van de software LEAKTEST lektest HC-TEST HC-residutest O2-TEST zuurstofsensortest SENSOR toerentalsensor PICKUP inductieve toerentalsensor PULSE puls-toerentalsensor toerental OILTEMP. olietemperatuursensor SERIAL serienummer INNOVA 500 CLOCK (datum en/of) tijd...
Pagina 12
Figuur 8. De inductieve toerentalsensor Opmerking: de toerentalsensor kan niet worden ingezet bij elk type voertuig, bijvoorbeeld bij motoren waarbij geen bougiekabels meer aanwezig zijn. Hiervoor heeft u een optionele toerentaladaptor nodig. Als u een toerentaladaptor gebruikt, volg dan de instructies op die door de fabrikant worden gegeven. Olietemperatuursensor Zorg ervoor dat de lengte van de sensor niet langer is dan die van de peilstok.
Figuur 10. De opnamesonde De temperatuur van de opnamesonde kan tijdens een test oplopen tot ca. 200 ºC. Draag altijd handschoenen als u de opnamesonde hanteert! Als u een uitlaatgasmeting wilt gaan uitvoeren wacht dan met het plaatsen van de sonde in de uitlaat. Voorafgaand aan de uitlaatgasmeting wordt ook een HC-residutest uitgevoerd.
Pagina 14
Als er na 20 seconden minder dan 20 ppm vol wordt gemeten dan verschijnt er “PASS’ op het display en kan de uitlaatgasmeting worden gestart. Verschijnt er “FAIL” dan is de concentratie te hoog en kan er geen uitlaatgasmeting worden gestart. Tijdens de HC-residutest mag de opnamesonde zich niet in de uitlaat bevinden! Figuur 12.
Pagina 15
FUEL TYPE Selecteer type brandstof van het voertuig. Deze keuze is van belang voor de berekening van het Lambdagetal. U kunt kiezen uit de volgende soorten brandstof: PETROL = benzine = autogas = aardgas Het lambdagetal wordt berekend m.b.v. de Brettschneider-formule. De factor K1 is 6. De constanten voor de verschillende brandstoffen zijn (VN-ECE Reglement nr.
Nulpuntskalibratie Zodra u de uitlaatmeting start wordt er automatisch een nulpuntskalibratie uitgevoerd. Na 10 minuten wordt er wederom automatisch een nulpuntskalibratie uitgevoerd. Daarna wordt er om de 30 minuten automatisch gekalibreerd. Natuurlijk kunt u ook tussentijds een nulpuntskalibratie forceren door op de ‘kalibratie-toets’ te drukken.
Pagina 17
STATUS VER + CS Hier wordt de softwareversie van de INNOVA getoond. Tevens wordt de identificatiecode, de checksum, van de software getoond. SERIAL Hier wordt het serienummer van de INNOVA getoond. CURR.DATE Hier wordt de huidige datum getoond. CAL.DUE Hier wordt de kalibratiedatum van de INNOVA getoond. De INNOVA moet dus vóór deze datum opnieuw gekalibreerd worden.
Pagina 18
Figuur 14. Verbinden van de lektestadapter HC-TEST Deze test wordt automatisch voor elke uitlaatgasmeting uitgevoerd. Gedurende de test wordt 20 seconden lang gecontroleerd of de HC concentratie in de omgevingslucht lager is dan 20 ppm vol.. ‘PASS’, de HC-residutest is succesvol uitgevoerd. ‘FAIL’, de HC-residutest is niet succesvol uitgevoerd.
9 Meldingen Tijdens het gebruik van de INNOVA 500 kan het voorkomen dat de INNOVA 500 een melding toont. De volgende meldingen kunnen worden getoond: HEAT-UP De meetcel van de INNOVA 500 warmt op. De resterende opwarmtijd is rechtsonder op het display te zien (maximaal 10 minuten).
Pagina 20
Kalibratie De INNOVA 500 moet één maal per jaar worden gekalibreerd. Dit moet worden uitgevoerd door geautoriseerd personeel van de serviceafdeling van uw leverancier. Filters Normaal gesproken wordt tijdens het meetprogramma door middel van een melding aangegeven of de weerstand in het aanzuigsysteem te hoog is geworden om aan de gestelde eisen te voldoen.
Pagina 21
Figuur 16. De zuurstofsensor van de INNOVA 500 Schakel de INNOVA 500 uit. Maak de aansluiting (de connecter met de zwarte en rode draad) los van de sensor. Draai de sensor tegen de klok in los. Controleer of de o-ring van de nieuwe sensor op de schroefaansluiting aanwezig is. Draai de nieuwe sensor met de klok mee vast.
11 Specificaties VOEDING voedingsspanning 200-250 Vac frequentie 50-60 Hz opgenomen vermogen max. 60 Watt MEETBEREIK koolmonoxide CO 0-10 % vol kooldioxide CO 0-20 % vol koolwaterstoffen HC 0-10000 ppm vol zuurstof O 0-25 % vol lambdagetal 0.500-9.999 toerental 400- 10000 1/min olietemperatuur 0-150 °C RESOLUTIES...
Pagina 23
Gebruikshandleiding in combinatie met de INNOVA 500 De inhoud van deze handleiding en INNOVA 500 software zijn het eigendom van Test Equipment Nederland B.V. Op de gebruikshandleiding en software berust copyright, elke vorm van verveelvoudiging van deze handleiding of software is niet toegestaan.
Pagina 24
Inhoudsopgave 1 Inleiding ................................... 25 2 Voor- en achterzijde INNOVA 500 .......................... 26 3 Achterzijde LPA ..............................28 4 Ingebruikname van de LPA ............................ 29 5 Opstarten van de INNOVA 500 ..........................30 6 Bediening van de INNOVA 500 ..........................32 7 Menu’s van de INNOVA 500 ...........................
1 Inleiding Gefeliciteerd met de aanschaf van uw LPA roetmeter. De LPA roetmeter is ontwikkeld en wordt geproduceerd door Test Equipment Nederland B.V. Door zijn uitgekiende ontwerp biedt de roetmeter een scala aan mogelijkheden en kan hij gebruikt worden voor het testen van personenwagens en bedrijfsvoertuigen.
2 Voor- en achterzijde INNOVA 500 Figuur 1. Voorzijde van de INNOVA 500 Display celtemperatuur LPA Display n.v.t. Display opaciteit LPA in % of m Display RPM (toerental) in 1/min of olietemperatuur in ºC Display n.v.t. Display maximale opaciteit LPA in % of m Indicatie-leds voor diverse functies Escape-toets Functie-toets...
Pagina 27
Figuur 2. Achterzijde van de INNOVA 500 Aansluiting voor de opnamesonde Waterafscheider met grof- en fijnfilter Kunststoffilter Zuurstofsensor Aansluiting voor de inductieve toerentellerklem Aansluiting voor de piezo of pulstoerenteller (b.v. UBT 3000) Aansluiting voor de olietemperatuursensor Netspanningaansluiting met schakelaar en zekeringen Netspanninguitgang voor aansluiting van de LPA Uitgang gassen met lektestadapter Uitgang water...
3 Achterzijde LPA Figuur 3. Achterzijde van de roetmeter Lichtbron Aan/uit schakelaar Zekering houder met 2AT zekering Netspanningsaansluiting met randaarde Seriële poort USB poort Bluetooth antenne Ontvanger Test Equipment Nederland B.V. (C) Pagina 28 Versie 2.00 2017...
4 Ingebruikname van de LPA De LPA wordt compleet geleverd met een opnamesonde, toerentalkabel en verbindindingskabel . Figuur 4. Verbindingskabel LPA en INNOVA 500 Zorg ervoor dat de INNOVA 500 uitgeschakeld is. Sluit de verbindingskabel aan op de achterzijde van de INNOVA 500.
5 Opstarten van de INNOVA 500 Nadat u de INNOVA 500 heeft aangeschakeld met de schakelaar op de achterzijde, nummer 9 figuur 2, worden er automatisch een aantal interne tests uitgevoerd. Na het opstartscherm met de tekst ‘INNOVA 500’ , worden de resultaten van de tests aan de gebruiker getoond.
Pagina 31
Als laatste wordt het scherm getoond met de datum waarop de gaskalibratie verloopt, ‘CAL. DUE’. De INNOVA 500 moet dus vóór deze datum opnieuw worden gekalibreerd. Figuur 8. De verloopdatum van de gaskalibratie. Tijdens het tonen van de opstartschermen hoeft u niet op de toetsen te drukken. Elk scherm wordt ca. 5 seconde getoond.
6 Bediening van de INNOVA 500 De bediening van de INNOVA 500 is uiterst eenvoudig. De INNOVA 500 wordt bedient m.b.v. de zes toetsen aan de voorzijde. Als u tijdens een programmaonderdeel een bepaalde toets kunt gebruiken, dan wordt dit aangegeven m.b.v.
7 Menu’s van de INNOVA 500 Zoals in hoofdstuk 6 beschreven staat, kunt u m.b.v. de toetsen vanuit de standby mode de volgende menu’s en menu-items selecteren. Verklaring PETROL benzine emissiemeting DIESEL diesel roetmeting USER gebruikersmenu SERVICE servicemenu STATUS systeemstatus VER.
8 Voorbereidingen Toerenteller Het toerental wordt opgenomen m.b.v. een piëzoklem. De standaard piëzoklem heeft een diameter van 6 mm en is geschikt voor de meeste gangbare voertuigen. Demonteer de afdekschermen rondom de cilinderkop van het voertuig. - Zoek een locatie waar de diesel inspuitleiding recht is. - Zorg ervoor dat de te gebruiken inspuitleiding schoon en droog is.
Pagina 35
Na de roetmeting of controle van de motortemperatuur verwijdert u de olietemperatuursensor weer uit de motor. Verwijder overvloedige olieresten met een doek. Vergeet niet de peilstok terug te plaatsen in de peilstokhouder! Opnamesonde Gebruik de juiste opnamesonde. Opnamesonde 1 heeft een doorsnede van 10 mm en wordt gebruikt voor uitlaten met een diameter kleiner dan 70 mm.
9 Roetmeting Vanuit de standby mode drukt u op de ‘funktie-toets’ en selekteert u met de ‘omhoog-toets’ of ‘omlaag-toets’ het menu-item ‘DIESEL’. Bevestig uw keuze met de ‘enter-toets’. Hierna verschijnt het volgende scherm. Figuur 14. Roetmeting Bovenstaand scherm wordt alleen getoond indien de meetcel is opgewarmd (75 ºC). Is de temperatuur lager, dan verschijnt de melding ‘LPA heating’...
Pagina 37
Waarschuwing: thermisch is beperkt houdbaar en mag niet in contact komen met warmtebronnen. Instellingen Tijdens de roetmeting kunt u diverse instellingen van de roetmeter wijzigen en de status uitlezen. Als u op de ‘funktie-toets’ drukt kunt u een keuze maken uit de volgende menu’s: RESET Reset de maximale opaciteit.
Pagina 38
PROBE Selecteer opnamesonde 1 of 2. Opnamesonde 1 = Ø 10 mm, uitlaatdiameter < 70 mm (personenwagens). Opnamesonde 2 = Ø 27 mm, uitlaatdiameter >= 70 mm (grotere bedrijfsvoertuigen). DIVISION Hier kunt u de deelfaktor van de toerenteller instellen, bijvoorbeeld 1,2,3,4 etc. DISPLAY Selecteer wat u wilt weergeven op het display rechtsonder, het toerental of de olietemperatuur.
10 APK-keuring U kunt een APK-keuring starten vanuit de standaard roetmeting. Voor het uitvoeren van een APK-keuring maakt u gebruik van de aangesloten handterminal. Selecteer ‘Meten’ m.b.v. de ← en → toetsen en bevestig met enter. Figuur 16. De handterminal. Vervolgens kunt u in de handterminal alle benodigde voertuiggegevens invoeren.
Pagina 40
Test Equipment Nederland B.V. (C) Pagina 40 Versie 2.00 2017...
Handmatig invoeren van de olietemperatuur Druk tijdens het meten van de olietemperatuur op enter. Kies vervolgens ‘Invoeren’ en voer de waarde in. Bevestig met enter. Op de print-out van de APK-keuring zal de meetwaarde worden gekenmerkt met ‘#’ (= handmatig ingevoerd).
Filter test De LPA roetmeter moet periodiek worden gekalibreerd om de meetnauwkeurigheid vast te stellen. Dit wordt gedaan met behulp van een optisch filter. Omdat de LPA een zeer compacte meetkamer heeft, wordt de opaciteit gecorrigeerd berekend. Voor de kalibratie met het optische filter kiest u deze test omdat hier de correctie wordt uitgeschakeld.
13 Onderhoud Reinigen Reinig de buitenzijde van de LPA met een zachte doek en eventueel wat niet-agressief schoonmaakmiddel zoals Glassex. Verwijder vooraf altijd het netspanningsnoer uit de INNOVA / LPA en laat de roetmeter afkoelen! Zekering vervangen Verwijder vooraf altijd het netspanningsnoer uit de INNOVA / LPA en laat de roetmeter afkoelen! De zekeringhouder bevindt zich aan de onderzijde van de roetmeetcel, nummer 3 van figuur 3.
14 Specificaties Voeding 200-250Vac 50/60 Hz met randaarde (PE) Opgenomen vermogen Max. 180 Watt Totaalgewicht roetmeter 7 kg Omgevingstemperatuur -10 tot 40 ºC Effectieve lengte meetkamer 215 mm Materiaal Aluminium Afmetingen 420 x 250 x 450 mm (B x D x H) Lichtbron LED 567 nm Ontvanger...
Pagina 45
Gebruikshandleiding Nul-emissiesysteem in combinatie met de De inhoud van deze handleiding is het eigendom van Test Equipment Nederland B.V. Op de gebruikshandleiding berust copyright, elke vorm van verveelvoudiging van deze handleiding is niet toegestaan. Test Equipment Nederland B.V is niet aansprakelijk voor directe of indirecte schade die voortvloeit uit het gebruik van de apparatuur of deze handleiding.
Raadplaag bij vragen of twijfels altijd uw leverancier. Algemene informatie Het DSE nulemissiesysteem kan en mag alleen gebruikt worden in combinatie met de TEN LPA roetmeter. Het systeem dient ertoe om de produceerde uitlaatgassen van een dieselvoertuig tijdens een emissiemeting af te zuigen, zodat de uitstoot van schadelijke stoffen in de desbetreffende ruimte sterk wordt gereduceerd.
Gebruik van het afzuigsysteem Het principe van de DSE berust op een gasdichte aansluiting met de uitlaat van het voertuig. Hiertoe wordt gebruikt gemaakt van de uiterst flexibele trechter met frontale opening. De opening wordt over het eindstuk van de uitlaat geschoven zodat er een gasdichte verbinding ontstaat. Voor voertuigen met dubbele eindstukken of met ovale uitlaten, zijn trechters te krijgen met speciale openingen.
Pagina 48
Laat de ventilator enkele minuten draaien alvorens u de Keuringsmeting op de emissietester start. Tijdens de keuringsmeting wordt altijd een nulpuntskalibratie uitgevoerd. Tijdens een nulpuntskalibratie mag het nulemissiesysteem niet worden aangesloten op de uitlaat van het voertuig! Na de nulpuntskalibratie kunt u de trechter monteren op de uitlaat en het voertuig starten. Voer vervolgens de Keuringsmeting uit en volg hierbij de aanwijzingen op het scherm van de emissietester.