1 Inleiding ..................................3 2 Voor- en achterzijde INNOVA 500 ..........................4 3 Achterzijde LPA .................................6 4 Ingebruikname van de LPA ............................7 5 Opstarten van de INNOVA 500 ..........................8 6 Bediening van de INNOVA 500 ..........................10 7 Menu’s van de INNOVA 500 ........................... 11 8 Voorbereidingen ..............................
Alvorens de LPA roetmeter in gebruik te nemen, is het beslist noodzakelijk deze handleiding uitvoering door te nemen! Indien u vragen heeft omtrent het gebruik van de LPA, aarzelt u dan niet telefonisch contact op te nemen met : TBA B.V.
Figuur 1. Voorzijde van de INNOVA 500 Display celtemperatuur LPA Display n.v.t. Display opaciteit LPA in % of m Display RPM (toerental) in 1/min of olietemperatuur in ºC Display n.v.t. Display maximale opaciteit LPA in % of m Indicatie-leds voor diverse functies Escape-toets Functie-toets Omhoog-toets Omlaag-toets...
Het andere uiteinde van de kabel wordt verbonden met de LPA. Verbind de netspanningstekker met nummer 4 van figuur 3 en de datastekker met nummer 5 van figuur 3. De LPA is nu aangesloten op de INNOVA 500. Om het toerental van dieselvoertuigen te kunnen meten sluit u de meegeleverde toerentalkabel aan op de ‘PIEZO’...
5 Opstarten van de INNOVA 500 Nadat u de INNOVA 500 heeft aangeschakeld met de schakelaar op de achterzijde, nummer 9 figuur 2, worden er automatisch een aantal interne tests uitgevoerd. Na het opstartscherm met de tekst ‘INNOVA 500’ , worden de resultaten van de tests aan de gebruiker getoond.
Pagina 9
Als laatste wordt het scherm getoond met de datum waarop de gaskalibratie verloopt, ‘CAL. DUE’. De INNOVA 500 moet dus vóór deze datum opnieuw worden gekalibreerd. Figuur 8. De verloopdatum van de gaskalibratie. Tijdens het tonen van de opstartschermen hoeft u niet op de toetsen te drukken. Elk scherm wordt ca. 5 seconde getoond.
6 Bediening van de INNOVA 500 De bediening van de INNOVA 500 is uiterst eenvoudig. De INNOVA 500 wordt bedient m.b.v. de zes toetsen aan de voorzijde. Als u tijdens een programmaonderdeel een bepaalde toets kunt gebruiken, dan wordt dit aangegeven m.b.v.
7 Menu’s van de INNOVA 500 Zoals in hoofdstuk 6 beschreven staat, kunt u m.b.v. de toetsen vanuit de standby mode de volgende menu’s en menu-items selecteren. Verklaring PETROL benzine emissiemeting DIESEL diesel roetmeting USER gebruikersmenu SERVICE servicemenu STATUS systeemstatus VER.
8 Voorbereidingen Toerenteller Het toerental wordt opgenomen m.b.v. een piëzoklem. De standaard piëzoklem heeft een diameter van 6 mm en is geschikt voor de meeste gangbare voertuigen. Demonteer de afdekschermen rondom de cilinderkop van het voertuig. - Zoek een locatie waar de diesel inspuitleiding recht is. - Zorg ervoor dat de te gebruiken inspuitleiding schoon en droog is.
Pagina 13
Na de roetmeting of controle van de motortemperatuur verwijdert u de olietemperatuursensor weer uit de motor. Verwijder overvloedige olieresten met een doek. Vergeet niet de peilstok terug te plaatsen in de peilstokhouder! Opnamesonde Gebruik de juiste opnamesonde. Opnamesonde 1 heeft een doorsnede van 10 mm en wordt gebruikt voor uitlaten met een diameter kleiner dan 70 mm.
Bovenstaand scherm wordt alleen getoond indien de meetcel is opgewarmd (75 ºC). Is de temperatuur lager, dan verschijnt de melding ‘LPA heating’ en wordt alleen de meetceltemperatuur getoond. Als op het opaciteit- en max.opaciteitsdisplay streepjes (‘----‘) worden weergegeven, dient er een nulpuntskalibratie te worden uitgvoerd.
Pagina 15
Waarschuwing: thermisch is beperkt houdbaar en mag niet in contact komen met warmtebronnen. Instellingen Tijdens de roetmeting kunt u diverse instellingen van de roetmeter wijzigen en de status uitlezen. Als u op de ‘funktie-toets’ drukt kunt u een keuze maken uit de volgende menu’s: RESET Reset de maximale opaciteit.
Pagina 16
DISPLAY Selecteer wat u wilt weergeven op het display rechtsonder, het toerental of de olietemperatuur. STATUS Menu om specifieke kenmerken van de roetmeter LPA controleren. VERSION Softwareversie van de roetmeter LPA, bijvoorbeeld 5.01 De bij de softwareversie horende zogenaamde ‘Checksum”.
10 APK-keuring U kunt een APK-keuring starten vanuit de standaard roetmeting. Voor het uitvoeren van een APK-keuring maakt u gebruik van de aangesloten handterminal. Selecteer ‘Meten’ m.b.v. de ← en → toetsen en bevestig met enter. Figuur 16. De handterminal. Vervolgens kunt u in de handterminal alle benodigde voertuiggegevens invoeren.
Na het beëindigen van de APK-keuring keert de roetmeter automatisch terug naar de standaard roetmeting. 11 Controles De LPA roetmeter is een geavanceerd apparaat. Om aan alle eisen te voldoen, beschikt de LPA over specifieke software en parameters die zijn vastgelegd tijdens de typekeuring in Nederland. Als u de Standaardmeting in het Dieselmenu heeft geselecteerd, kunt u met behulp van de ‘Funktie-toets’...
Pagina 20
De LPA roetmeter moet periodiek worden gekalibreerd om de meetnauwkeurigheid vast te stellen. Dit wordt gedaan met behulp van een optisch filter. Omdat de LPA een zeer compacte meetkamer heeft, wordt de opaciteit gecorrigeerd berekend. Voor de kalibratie met het optische filter kiest u deze test omdat hier de correctie wordt uitgeschakeld.
Schakel de LPA uit en laat de roetmeter afkoelen. Schroef het dekseltjes aan de linker zijde los (van vooraf gezien). Draai de twee zwarte kartelmoeren los en neem de ontvanger uit de cone. Reinig de voorzijde van de ontvanger, de lens, met een schone, zachte doek.
Figuur 17. Reinigen van de ontvanger. 14 Specificaties Voeding 200-250Vac 50/60 Hz met randaarde (PE) Opgenomen vermogen Max. 180 Watt Totaalgewicht roetmeter 7 kg Omgevingstemperatuur -10 tot 40 ºC Effectieve lengte meetkamer 215 mm Materiaal Aluminium Afmetingen 420 x 250 x 450 mm (B x D x H) Lichtbron LED 567 nm Ontvanger...