10.1 Starten van de motor
1. Zet de ECS-schakelaar (zwart) op "UIT" (1).
2. Zet de ontluchtingsknop op "AAN" (2).
3. Draai de brandstofkraan op "AAN".
4. Zet de machineschakelaar (rood) op "AAN".
5. Trek de chokeknop helemaal uit.
TIP: De choke is niet nodig bij het starten van een warme motor.
Druk de choke in de oorspronkelijke stand.
6. Trek langzaam aan het startkoord tot deze aan het andere uiteinde in de blokke-
ring grijpt, trek dan krachtig aan het koord.
TIP: Houd de draaggreep vast om te voorkomen dat de generator omvalt wan-
neer u aan het startkoord trekt.
7. Zodra de motor start, laat u de motor kort opwarmen. Druk daarna de choke in
naar de oorspronkelijke stand.
TIP: Als de motor met de ECS-schakelaar op "AAN" wordt gestart, bevindt zich geen
belasting op de generator:
Bij een omgevingstemperatuur van minder dan 0 °C (32°F) moet de motor gedurende ca. 5 minuten bij het opge-
geven toerental (4500R/min) in bedrijf zijn om warm te draaien.
Bij een omgevingstemperatuur van minder dan 5 °C (41°F) moet de motor gedurende ca. 3 minuten bij het
opgegeven toerental (4500R/min) in bedrijf zijn om warm te draaien.
De ECS-eenheid wordt normaal ingeschakeld na afloop van de bovengenoemde periode, terwijl ECS "UIT" is
14