(VOORZICHTIG)
Verlaag de stroombelasting van het aangesloten elektrische apparaat onder het aangegeven nominale uitgangsver-
mogen van de generator, zodra de DC-overbelastingsbeveiliging wordt geactiveerd. Als de DC-overbelastingsbe-
veiliging opnieuw uitvalt, stop dan onmiddellijk het gebruik van het apparaat en neem contact op met een erkende
vakhandelaar.
8.6 Economy-controleschakelaar (ECS)
"AAN" (1)
1
Als de ECS-schakelaar op "AAN" staat, stuurt de Economy-besturingseenheid het
toerental van de motor aan volgens de aangesloten belasting. Het resultaat is een
beter brandstofverbruik en minder lawaai.
"UIT" (2)
2
Als de ECS-schakelaar op "UIT" is gezet, draait de motor op het nominale toerental
(4500R/min), ongeacht of een belasting is aangesloten of niet.
Onze tip:
De ECS moet op "UIT" worden gezet als elektrische apparaten worden aangesloten die een hoge inschakelstroom
nodig hebben, zoals een compressor of een dompelpomp.
8.7 Tankdop
Verwijder de tankdop door hem linksom te draaien.
8.8 Ontluchtingsknop tankdop
De tankdop (2) is voorzien van een ontluchtingsknop (1) om de brandstofdoorvoer te stoppen. De ontluchtingsknop
moet op "AAN" worden gezet. Hierdoor zal de brandstof in de carburateur stromen en de motor starten. Als de motor
niet in gebruik is, zet dan de ontluchtingsknop op "UIT" om de brandstofdoorvoer te stoppen.
8.9 Aardverbinding (aarde)
Aardverbinding (aarde) (1) is met de aardingskabel verbonden om een elektrische
schok te voorkomen. Als het elektrische apparaat geaard is, moet de generator altijd
geaard worden
9 Vóór de ingebruikname
9.1 Brandstof
(LET OP)
Brandstof is zeer ontvlambaar en giftig.
Controleer zorgvuldig de "VEILIGHEIDSTECHNISCHE INFORMATIE" voor het vullen.
Vul de brandstoftank niet te vol, anders kan hij overlopen omdat de brandstof warm wordt en uitzet.
Na het vullen van de brandstof moet u ervoor zorgen dat de tankdop goed is aangedraaid.
11