Inhoudsopgave
Advertenties
Controles voor de ingebruikname:
2
Brandstof (zie pagina 11)
3
Controleer het brandstofpeil in de brandstoftank.
Bijtanken indien nodig.
Motorolie (zie pagina 12)
4
Controleer het oliepeil van de motor.
Vul indien nodig de aangegeven hoeveelheid van de aanbevolen olie bij.
Controleer of er olie uit de generator lekt.
Punt waarop tijdens het gebruik een anomalie wordt ontdekt
5
Controleer de werking.
Vul indien nodig de aangegeven hoeveelheid van de aanbevolen olie bij.
Neem indien nodig contact op met een vakman.
10 Bediening
(WAARSCHUWING)
Bedien de motor nooit in een gesloten ruimte, dit kan leiden tot bewusteloosheid en de dood binnen korte tijd.
Gebruik de motor op een goed geventileerde plaats.
Sluit geen elektrische apparaten aan voordat u de motor start.
(AANWIJZING)
De generator werd geleverd zonder motorolie. Start de motor niet voordat voldoende motorolie is bijgevuld.
Bij het vullen van de motorolie mag de generator niet worden gekanteld. Dit kan leiden tot overvulling en bescha-
diging van de motor.
TIP: De generator kan worden gebruikt bij het nominale uitgangsvermogen onder standaard atmosferische omstan-
digheden.
"Atmosferische standaardomstandigheden":
1
Omgevingstemperatuur:
Luchtdruk:
Relatieve luchtvochtigheid:
Het vermogen van de generator varieert als gevolg van veranderingen in temperatuur, hoogte (lage luchtdruk op
grotere hoogten) en luchtvochtigheid.
Het vermogen van de generator wordt verminderd wanneer de temperatuur, de luchtvochtigheid en de hoogte boven
de standaard atmosferische omstandigheden liggen.
Bovendien moet de stroombelasting worden verlaagd als de generator in een afgesloten ruimte wordt gebruikt, omdat
dit van invloed is op de koeling van de generator.
25˚C
100 kPa
30 %
13
Advertenties
Inhoudsopgave
