Veiligheidsaanwijzingen
Oververhittingsbe-
veiliging
24
2.5 Motorbeveiliging
2.5
Motorbeveiliging
VOORZICHTIG
Beperkte wikkelingsbeveiliging bij voedings-
spanningen lager dan 115 V AC.
Bij voedingsspanningen lager dan 115 V AC kan de
zelfhoudende werking van de wikkelingsbeveiliging be-
perkt functioneren. Dit kan er na afkoeling voor zorgen
dat de vacuümpomp automatisch begint te draaien.
Als de vacuümpomp oververhit raakt, schakel deze
>
dan uit of ontkoppel de vacuümpomp van de stroom-
voorziening om een automatische herstart te voorko-
men.
De pompmotor heeft als overbelastingsbeveiliging een zelf-
houdende thermische wikkelingsbeveiliging. Als de temperatuur
te hoog wordt, schakelt de vacuümpomp uit.
Wanneer de vacuümpomp vanwege deze veiligheidsmaatregel
wordt uitgeschakeld, moet de storing met de hand worden gereset:
Vacuümpomp ontkoppelen van het elektriciteitsnet Oorzaak van
de fout verhelpen Vacuümpomp na een pauze van ca. 5 minu-
ten weer inschakelen. Laat de vacuümpomp afkoelen voordat u
deze opnieuw inschakelt.
20999909_NL_RE_RZ_V7_230523