Signaalgevers starten in ontruimingsmodus
Als de centrale is geconfigureerd in de EN 54-2 ontruimingsmodus, kunnen
signaalgevers worden gestart zonder een brandalarm door op de knop
Signaalgever aan/uit te drukken.
Als de centrale is geconfigureerd in NBN S 21-100, kunnen ontruimingssignalen
worden gestart zonder een brandalarm door op de knop Ontruiming aan/uit te
drukken.
De functionaliteit van de signaalgever is afhankelijk van een eerdere configuratie
en op basis van wat uw installatie- of onderhoudsbedrijf heeft geselecteerd
kunnen gestopte signaalgevers automatisch opnieuw worden gestart indien er
een andere alarmgebeurtenis wordt gedetecteerd. Neem contact op met het
installatie- of onderhoudsbedrijf om alle configuratiegegevens van uw site te
bevestigen.
Opmerking:
Signaalgevers worden altijd opnieuw gestart wanneer de centrale
een handmatig alarm detecteert terwijl de automatische alarmstatus is
ingeschakeld.
Een geconfigureerde signaalgeververtraging (of ontruimingsvertraging
voor NBN S 21-100) in- of uitschakelen
Als u een geconfigureerde signaalgeververtraging (of ontruiming voor
NBN S 21-100) wilt inschakelen, drukt u op de knop Signaalgevers vertraging (of
de knop Ontruimingsvertraging voor NBN S 21-100). Druk opnieuw op de knop
om de vertraging uit te schakelen.
Opmerking:
De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van de
configuratie en de functionaliteit ervan kan per groep verschillen. Neem contact
op met het installatie- of onderhoudsbedrijf van uw brandmeldsysteem om uw
configuratiegegevens te bevestigen.
Een geconfigureerde doormeldvertraging (of waarschuwingsvertraging
voor NBN S 21-100) in- of uitschakelen
Als u een geconfigureerde doormeldvertraging (of waarschuwingsvertraging voor
NBN S 21-100) wilt inschakelen, drukt u op de knop Doormelding vertraging (of
de knop Waarschuwingsvertraging voor NBN S 21-100). Druk opnieuw op de
knop om de vertraging uit te schakelen.
Opmerking:
De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van de
configuratie en de functionaliteit ervan kan per groep verschillen. Neem contact
op met het installatie- of onderhoudsbedrijf van uw brandmeldsysteem om uw
configuratiegegevens te bevestigen.
KFP-CF-serie Bedieningshandleiding
23