2.
Verwijder eventuele krullen op de envelop voordat u deze
in de handmatige invoer plaatst.
Opmerking:
Voor meer informatie over
papierspecificaties raadpleegt u
3.
Plaats de envelop met de korte kant eerst en de klep
omlaag, zoals aangegeven in de afbeelding.
4.
Pas de papiergeleider aan de breedte van het
afdrukmateriaal aan.
Opmerking:
Als het papier wordt afgedrukt met krullen,
kreukels, een rillijn of zwarte vette lijnen, opent u de
achterklep en drukt u nogmaals af.
5.
Nadat u het papier hebt geplaatst, kunt u gevraagd
worden om de instellingen voor papierformaat en
papiersoort te controleren. Als u dezelfde instellingen wilt
behouden, selecteert u Nee. Als u de instellingen wilt
wijzigen, selecteert u Ja en past u de instellingen aan:
•
Als u een envelopformaat wilt selecteren, selecteert u Papierformaat en selecteert u een
formaat.
•
Als u een papiersoort wilt selecteren, selecteert u Papiersoort en selecteert u een soort.
•
Als u het ladebevestigingsscherm wilt in- of uitschakelen, selecteert u Ladebevestiging en
selecteert u een optie.
Als u de instellingen wilt opslaan, selecteert u Bevestigen.
6.
Als u vanaf uw computer afdrukt, moet u zorgen dat u de optie Papier in de printerdriver
selecteert om het juiste papierformaat en de juiste papiersoort op te geven. Als bron moet u
Handmatige invoer selecteren. Wanneer u de papiergegevens niet bevestigt, kunnen er
vertragingen bij het afdrukken optreden. Voor informatie over het instellen van de papiersoort en
het papierformaat op het bedieningspaneel raadpleegt u
Opmerking:
De instellingen die in de printerdriver op uw computer zijn opgegeven, krijgen
voorrang op de instellingen op het bedieningspaneel.
Ondersteund
papier.
Papierformaat en -soort
Xerox
B215-multifunctionele printer
®
Handleiding voor de gebruiker
Papier plaatsen
instellen.
203