Geldigheid: Wandmontage
▶
Gebruik de aansluitconsole en bijgevoegde compo-
nenten uit de toebehoren.
▶
Controleer alle aansluitingen op dichtheid.
6.7
Hydraulische installatie afsluiten
1.
Installeer afhankelijk van de installatieconfiguratie ver-
dere vereiste veiligheidsrelevante componenten.
2.
Als het product niet op de hoogste plaats in het CV-
circuit geïnstalleerd is, dan installeert u op verhoogde
plaatsen waar zich lucht kan verzamelen aanvullende
ontluchtingskleppen.
3.
Controleer alle aansluitingen op dichtheid.
6.8
Optie: product op een zwembad aansluiten
1.
Sluit het CV-circuit van het product niet direct op een
zwembad aan.
2.
Gebruik een geschikte scheidingswarmtewisselaar en
de verdere voor deze installatie vereiste componenten.
7
Elektrische installatie
Dit product voldoet aan IEC 61000-3-12 onder de voor-
waarde, dat de kortsluitleiding Ssc op het aansluitpunt van
de klantinstallatie met het openbare net groter of gelijk is aan
33. Het is de verantwoordelijkheid van de installateur of de
gebruiker van het product, te waarborgen, indien nodig na
overleg met de netbeheerder, dat dit product alleen op een
aansluitpunt wordt aangesloten met een Ssc-waarde groter
of gelijk aan 33.
0020297939_04 Installatie- en onderhoudshandleiding
7.1
Elektrische installatie voorbereiden
Gevaar!
Levensgevaar door elektrische schok bij
ondeskundige elektrische aansluiting!
Een ondeskundige elektrische installatie
kan het veilige gebruik van het product be-
ïnvloeden en tot lichamelijk letsel en materi-
ële schade leiden.
▶
Voer de elektrische installatie alleen uit
als u een opgeleide installateur bent en
voor dit werk gekwalificeerd bent.
1.
Let op de technische aansluitvoorwaarden voor de
aansluiting op het laagspanningsnet van de energie-
leverancier.
2.
Bepaal, of de functie blokkering energiebedrijf voor het
product beschikbaar is en hoe de stroomvoorziening
van het product, afhankelijk van het type uitschakeling,
moet worden uitgevoerd.
3.
Bepaal via het typeplaatje de ontwerpstroom van het
product. Leid daarvan de passende draaddoorsnedes
voor de elektrische leidingen af.
4.
Bereid het plaatsen van de elektrische leidingen van
het gebouw door de wanddoorvoer naar het product
voor. Wanneer de leidinglengte meer is dan 10 m, be-
reid dan een van elkaar gescheiden installatie van de
netaansluitkabel en de sensor-/busleiding voor.
7.2
Vereisten aan de netspanningskwaliteit
Voor de netspanning van het eenfasige 230 V-net moet een
tolerantie van +10% tot -15% aanwezig zijn.
7.3
Vereisten aan elektrische componenten
Voor de netaansluiting moeten flexibele slangleidingen wor-
den gebruikt die voor de plaatsing in de open lucht geschikt
zijn. De specificatie moet minstens aan de standaard 60245
IEC 57 met de afkorting H05RN-F voldoen.
De elektrische scheidingsinrichtingen moeten een contact-
opening van minstens 3 mm hebben.
Voor de elektrische beveiliging moeten trage zekeringen met
karakteristiek C worden gebruikt.
Voor de bescherming van personen moeten voor de installa-
tieplaats voorgeschreven, voor alle stromen gevoelige aard-
lekschakelaars type B worden gebruikt.
Voor de eBUS-leiding mogen geen leidingen met getwiste
aderparen worden gebruikt.
7.4
Elektrische scheidingsinrichting
De elektrische scheidingsinrichting wordt in deze handleiding
ook als scheidingsschakelaar aangeduid. Als scheidings-
schakelaar wordt normaal gesproken de zekering respectie-
velijk de installatieautomaat gebruikt, die in de meter-/zeke-
ringkast van het gebouw is ingebouwd.
29