roetweerstand zijn verkregen. De vereiste afstand tot brandbaar materiaal moet worden aangehouden
in overeenstemming met het merklabel. Vraag uw HWAM-verkoper om meer informatie.
Wijzigen van rookafvoer van bovenafvoer naar achterafvoer (HWAM 4620/4640 IHS)
(Tekening F)
1. Til de bovenplaat (2) van de houtkachel op.
2. Verwijder de achterplaat (3) door de twee schroeven (4) los te draaien. De achterplaat heeft een
uitsparing voor het rookkanaal. Knip de plaat (5) uit binnen deze uitsparing.
3. Het warmteschild heeft een uitsparing voor het rookkanaal. Knip de plaat (6) uit binnen deze uitsparing.
4. Verwijder de afdekplaat (7) aan de achterkant van de houtkachel (achter de afgeknipte plaat op het
warmteschild) door de 3 schroeven (8) los te schroeven.
5. Verwijder de rookring (9) boven op de verbrandingskamer door de 3 schroeven (10) los te schroeven.
6. Plaats de rookring (9) vóór het rookafvoergat aan de achterkant van de houtkachel en maak deze vast
met de 3 schroeven (10).
8. De afdekplaat (7) moet zo worden aangebracht, dat deze de rookafvoer boven op het verbrandingskamer
afsluit (op de plaats waar de rookring net werd verwijderd) en met de 3 schroeven (8) wordt vastgemaakt.
9. Maak de achterplaat (3) op de geleidepennen (11) aan de achterkant van de bodemplaat van de hout-
kachel vast, schroef vervolgens de achterplaat met de twee schroeven (4) bovenaan vast.
10. Plaats de bovenplaat (2) op de houtkachel.
11. Leg het bovendeksel van gietijzer of steen (12) in het gat van de bovenplaat.
Als accessoire is een bovendeksel verkrijgbaar waarmee de opening in de bovenplaat kan worden afgedekt
als de houtkachel voorzien wordt van een rookafvoer aan de achterzijde.
Wijzigen van rookafvoer van bovenafvoer naar achterafvoer (HWAM 4660 IHS) (Tekening F)
1. De frontplaat van de warmteopslag (1) wordt verwijderd door de frontplaat omhoog te tillen en
vervolgens de houtkachel weg te trekken.
2. Til de bovenplaat (2) van de houtkachel op.
3. Verwijder de achterplaat (3) door de twee schroeven (4) los te draaien. De achterplaat heeft een
uitsparing voor het rookkanaal. Knip de plaat (5) uit binnen deze uitsparing.
4. Het warmteschild heeft een uitsparing voor het rookkanaal. Knip de plaat (6) uit binnen deze uitsparing.
5. Verwijder de afdekplaat (7) aan de achterkant van de houtkachel (achter de afgeknipte plaat op het
warmteschild) door de 3 schroeven (8) los te schroeven.
6. Maak de klemmen (13) los en haal de leidingen uit de klemmen.
7. Trek de lambdasensorkoppeling (14) los uit de klemhouder (15).
8. Verwijder de temperatuurmeter (16) uit de rookring (9).
9. Verwijder de rookring (9) boven op de verbrandingskamer door de 3 schroeven (10) los te schroeven.
10. Plaats de rookring (9) vóór het rookafvoergat aan de achterkant van de houtkachel en maak deze vast
met de 3 schroeven (10).
11. Monteer de temperatuurmeter weer terug in de rookring door de voeler ca. 3 cm in de rookring te leiden.
12. Zet de lambdasensorkoppeling (14) weer vast in de klemhouder (15).
13. Zet de 2 leidingen weer vast tussen de klemmen (13).
14. De afdekplaat (7) moet zo worden aangebracht, dat deze de rookafvoer boven op het verbrandingskamer
afsluit (op de plaats waar de rookring net werd verwijderd) en met de 3 schroeven (8) wordt vastgemaakt.
15. Maak de achterplaat (3) op de geleidepennen (11) aan de achterkant van de bodemplaat van de hout-
kachel vast, schroef vervolgens de achterplaat met de twee schroeven (4) bovenaan vast.
16. Plaats de bovenplaat (2) op de houtkachel.
17. Leg het bovendeksel van gietijzer of steen (12) in het gat van de bovenplaat.
18. Monteer de frontplaat (1) terug op de warmteopslag.
Als accessoire is een bovendeksel verkrijgbaar waarmee de opening in de bovenplaat kan worden afgedekt
als de houtkachel voorzien wordt van een rookafvoer aan de achterzijde.
12