Paneelbeschrijvingen
Bovenpaneel
1
5
1
Algemene sectie 1
[VOLUME]-regelaar
Regelt het volume van de MIX OUT- en de PHONES-aansluiting.
[SHIFT]-knop
Als u deze knop ingedrukt houdt en bepaalde andere knoppen
bedient, krijgt u toegang tot een scherm om gerelateerde
instellingen te maken.
Door deze knop ingedrukt te houden als u aan de [VALUE]-regelaar
draait om de waarde van een parameter te veranderen, kunt u de
waarde aan grotere stappen veranderen.
[CLEAR]-knop
Wist de opgenomen inhoud voor een afzonderlijk instrument of
wist een patroon.
[PTN
SELECT]-knop
Selecteer een patroon.
[TR-REC]-knop
Neemt een patroon op in stappen.
[STEP
LOOP]-knop
Terwijl een patroon wordt afgespeeld, kunt u de
geselecteerde stap in een loop afspelen.
* Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en druk op deze knop om de lengte van
het patroon aan te geven.
[SUB]-knop
Voert substappen in en speelt deze af.
[VARIATION]-knop
Schakel tussen patroonvariaties (A–H).
4
2
3
pagina
pagina
pagina
pagina
pagina
[INST
REC]-knop
Registreert een patroon in realtime.
* Als u de [SHIFT]-knop ingedrukt houdt en op de
[INST REC]-knop drukt, gaat u naar de INST PLAY-modus en kunt u pads
[1]–[8] gebruiken om in realtime af te spelen.
& "De pads bespelen (INST PLAY)" (p. 22)
[START/STOP]-knop
Speel het patroon af of stop het.
* Als een sample is geselecteerd als de klank van het instrument, dan stopt
het geluid mogelijk niet automatisch, afhankelijk van de instellingen voor
het bewerken van het instrument. Wanneer een patroon is gestopt, kunt
u alle samples die momenteel weerklinken, uitschakelen door de [SHIFT]-
knop ingedrukt te houden en op de [START/STOP]-knop te drukken.
2
INST-bewerkingssectie
Hier kunt u het klankkarakter van de klank van het instrument
aanpassen.
Als de instrumentselectieknoppen niet oplichten, passen deze
regelaars de effecten aan.
11
[TUNE]-regelaar
Regelt de stemming (toonhoogte).
20
[DECAY]-regelaar
Stelt de lengte van de decay (verval) in.
23
[CTRL]-regelaar
Regelt de inhoud die wordt opgegeven door CTRL SELECT (p. 14).
* Afhankelijk van de klank is er mogelijk geen effect.
[MASTER
FX]-knop
20
Hiermee schakelt u het mastereffect in en uit.
Level-fader
11
Regelt het volume van elk instrument.
4
21
pagina