Opname van stappen
Bij deze methode van opnemen maakt u een patroon door de stappen
op te geven waarbij elk instrument zal weerklinken. U kunt het
patroon zelfs afspelen terwijl u het creëert.
* Als u de door u gemaakte bewerkingen van het patroon of de kit wilt
bewaren, dan moet u het patroon of de kit opslaan (p. 25).
1.
Druk op de [TR-REC]-knop.
2.
Terwijl u de [TR-REC]-knop ingedrukt houdt, drukt u
op een pad
[A]–[H]
om een variatie te selecteren.
Om een FILL IN te selecteren, houdt u de [TR-REC]-knop ingedrukt
en draait u aan de [VALUE]-regelaar.
3.
Druk op één van de instrumentselectieknoppen
[BD]–[OH]
om de track te selecteren die u wilt
opnemen.
4.
Druk op de pads
[1]–[16]
voeren waarop u een geluid wilt afspelen.
5.
Herhaal de stappen 3–4.
MEMO
U kunt de toonladder wijzigen. Raadpleeg
wijzigen (patrooninstelling)"
Substappen of Flams invoeren
U kunt een stap onderverdelen en substappen in een stap invoeren.
1.
Druk op de [SUB]-knop.
2.
Druk op de pad
[1]–[16]
wilt opgeven.
U kunt substappen invoeren, die een stap indelen in subeenheden
die meerdere slagen spelen.
Wanneer u de [SUB]-knop ingedrukt houdt en aan de [VALUE]-
regelaar draait, kunt u 1/2, 1/3, 1/4 of FLAM kiezen als het aantal
stapverdelingen.
Substap/Flam
Pad
Pad
1
Stap 1
Stap 2
Geen substap
Substap 1/2
Substap 1/3
Substap 1/4
FLAM
MEMO
U kunt ook een substap invoeren door de [SUB]-knop ingedrukt te
houden en op een pad
[1]–[16]
20
om de stappen in te
"De patrooninstellingen
(p. 17) voor meer informatie.
waarvoor u een substap
Pad
Pad
2
3
4
Stap 3
Stap 4
te drukken.
(TR-REC)
Zwakke beats invoeren
1.
Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en druk op een
pad [1]–[16].
Alternatieve geluiden invoeren
Voor geluiden waarvan de naam een "/"-teken bevat, zoals 707Bass1/2,
kunt u alternatieve geluiden invoeren.
1.
Druk op een pad
instrumentselectieknop
Alternatieve geluiden
Hoewel aan elke pad één geluid is toegewezen, worden geluiden
(instrumentklanken) waarvan de naam een "/"-teken bevat, zoals
707Bass1/2, ook toegewezen aan een tweede geluid (alternatief
geluid).
Voor uitvoeringen kunt u wisselen tussen normale geluiden en
alternatieve geluiden.
Accenten opgeven
1.
Houd de INST selectieknop
op de [SD]-knop.
2.
Druk op de pads
selecteren waaraan u een accent wilt toevoegen.
3.
Gebruik de [TUNE]-regelaar om het volume van het
accent aan te passen.
Een opgenomen stap uit de track wissen
Slechts een gedeelte wissen
Als u tijdens het afspelen op de [CLEAR]-knop drukt, worden de
stappen van de track die door de instrumentselectieknoppen zijn
geselecteerd, uit het patroon gewist wanneer u de knop ingedrukt
blijft houden.
Alles wissen
Terwijl u de [CLEAR]-knop ingedrukt houdt, drukt u op de
Pad
5
instrumentselectieknop van de track die u wilt wissen.
De waarschijnlijkheid instellen
Stap 5
Dit laat zien hoe u de waarschijnlijkheid voor af te spelen noten instelt
om af te spelen. U kunt de waarschijnlijkheidsfunctie gebruiken om
een patroon in verschillende variaties te laten spelen, terwijl datzelfde
patroon blijft spelen. Gebruik substapwaarschijnlijkheid om de
verhouding van substappen in te stellen die daadwerkelijk worden
afgespeeld.
1.
Houd pads
Het MOTION/VELOCITY-invoerscherm wordt weergegeven.
2.
Terwijl u de pad ingedrukt houdt die u in stap 1
indrukt, drukt u op de [COPY]- of [UTILITY]-knop om
PROB of SUB PROB te selecteren.
* Als er geen waarschijnlijkheid is ingesteld voor de geselecteerde stap
(pad), wordt de waarde weergegeven als "----".
3.
Gebruik de [VALUE]-regelaar om de
afspeelwaarschijnlijkheid van de stappen in te
stellen.
* Houd de pad ingedrukt die u in stap 1 hebt ingedrukt en druk op de
[CLEAR]-knop om de waarschijnlijkheid voor de gespecificeerde stap
(pad) te verwijderen.
(ALT INST)
[1]–[16]
terwijl u de
[BD]–[OH]
[BD]
ingedrukt en druk
[1]–[16]
om de stappen te
(PROB, SUB PROB)
[1]–[16]
lang ingedrukt.
ingedrukt houdt.