Om ervoor te zorgen dat de levensmiddelen door en door inge-
vroren worden, dient u de volgende hoeveelheden per verpak-
king niet te overschrijden:
- Groente, fruit tot 1 kg
- Vlees tot 2,5 kg
u Levensmiddelen in diepvrieszakjes, her te gebruiken kunst-
stof, metalen of aluminium bakjes in porties verpakken.
5.4.2 Bewaartijden
Richtwaarden voor de houdbaarheid van verschillende
levensmiddelen in het vriesvak:
Consumptieijs
Worst, ham
Brood, bakkerijproducten
Wild, varkensvlees
Vette vis
Magere vis
Kaas
Pluimgedierte, rundvlees
Groente, fruit
De vermelde bewaartijden zijn richtwaarden.
5.4.3 Levensmiddelen ontdooien
- in het koelgedeelte
- in een magnetron
- in een oven/heteluchtoven
- bij kamertemperatuur
u Neem alleen zoveel levensmiddelen als u nodig heeft.
Ontdooide levensmiddelen zo snel mogelijk verwerken.
u Ontdooide levensmiddelen alleen bij wijze van uitzondering
weer invriezen.
6 Onderhoud
6.1 Ontdooien
6.1.1 Koelgedeelte ontdooien
Het
koelgedeelte
ontdooit
verdampt. Waterdruppels maar ook een dunne rijp- of ijslaag
op de achterkant zijn functioneel en derhalve volledig normaal.
u Afvoeropening regelmatig reinigen, zodat het dooiwater kan
weglopen. (zie 6.2 Apparaat reinigen)
6.1.2 Vriesvak ontdooien*
In het vriesvak vormt zich na verloop van tijd een rijp- resp.
ijslaag. Dat is heel normaal. De rijp- resp. ijslaag wordt sneller
gevormd, indien de deur vaak wordt geopend of indien de
ingelegde levensmiddelen warm zijn. Een dikke ijslaag doet
echter het energieverbruik stijgen. Daarom moet u het apparaat
regelmatig ontdooien.
WAARSCHUWING
Apparaat op de verkeerde manier ontdooid!
Verwondingen en beschadigingen.
u Om het ontdooiproces te versnellen, geen mechanische
hulpmiddelen of andere middelen gebruiken die niet door
de fabrikant worden aanbevolen.
u Gebruik voor het ontdooien geen elektrische verwarmings-
of stoomreinigingsapparaten, open vuur of ontdooisprays.
u IJs niet met scherpe voorwerpen verwijderen.
* afhankelijk van model en uitvoering
2 tot 6 maanden
2 tot 6 maanden
2 tot 6 maanden
6 tot 10 maanden
2 tot 6 maanden
6 tot 12 maanden
2 tot 6 maanden
6 tot 12 maanden
6 tot 12 maanden
automatisch.
Het
dooiwater
u Apparaat uitschakelen.
w De temperatuurdisplay gaat uit.
w Als de temperatuurdisplay niet uitgaat, is de kinderbeveili-
ging ingeschakeld. .
u Netstekker uit het stopcontact halen.
u Wikkel de diepvriesproducten in krantenpapier of in een
deken en bewaar de producten op een koele plek.
u Laat de deur van het vak en van het apparaat open tijdens
het ontdooien.
u Losgeraakte ijsstukken uitnemen.
u Let erop, dat er geen dooiwater in de ombouw loopt.
u Indien nodig neemt u het dooiwater enkele keren op met een
spons of doek.
u Het vak reinigen. (zie 6.2 Apparaat reinigen)
6.2 Apparaat reinigen
Het apparaat regelmatig reinigen.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom!
Hete stoom kan brandwonden veroorzaken en de opper-
vlakken beschadigen.
u Gebruik geen stoomreinigers!
LET OP
Verkeerd reinigen kan het apparaat beschadigen!
u Gebruik reinigingsmiddelen niet in geconcentreerde vorm.
u Gebruik geen schurende of krassende sponsjes of staalwol.
u Geen scherpe, schurende, zand-, chloor- of zuurhoudende
schoonmaakmiddelen gebruiken.
u Gebruik geen chemische oplosmiddelen.
u Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant
van het apparaat niet. Dit is belangrijk voor de Technische
Dienst.
u Kabels of andere onderdelen niet afbreken, knikken of
beschadigen.
u Laat geen reinigingswater in de afvoergoot, de ventilatie-
roosters en elektrische delen terecht komen.
u Gebruik zachte poetsdoeken en een allesreiniger met een
neutrale pH-waarde.
u Gebruik in de binnenruimte van het apparaat alleen levens-
middelenvriendelijke reinigings- en onderhoudsproducten.
u Apparaat uitruimen.
u Trek de stekker uit.
u Uit- en inwendige oppervlaktes van kunststof met lauw-
warm water en een beetje afwasmiddel met de hand
reinigen.
u Afvoeropening reinigen: afzettingen
met een dun hulpmiddel, bijv. een
wattenstaafje verwijderen.
u De meeste onderdelen kunnen worden gedemonteerd om
te worden gereinigd: zie het desbetreffende hoofdstuk.
u De laden met lauw water en een beetje afwasmiddel hand-
matig reinigen.
u De overige uitrustingsdelen mogen in de vaatwasser
worden gereinigd.
u Telescooprails alleen met een vochtige doek reinigen. Het
vet in de geleiders dient ter smering en mag niet worden
verwijderd.
Na het reinigen:
u Apparaat en onderdelen droogwrijven.
u Apparaat weer aansluiten en inschakelen.
Wanneer de temperatuur voldoende koud is:
u de levensmiddelen er weer in leggen.
Onderhoud
9