4.1.
Procedure A2: apparaat met membraan voor differentiële druk
Om redenen van productieautomatisering en metrologische redenen worden de apparaten voor lage
en middelhoge differentiële druk in verhouding tot de LD-ruimte in de atmosfeer geregeld.
De methode is identiek aan de methode die wordt beschreven in het vorige punt (A.1. Enkel apparaat).
De HD-ruimte zal worden aangesloten op de drukbank en LD zal in de atmosfeer blijven.
4.2.
Procedure A3: apparaat met balgen voor differentiële druk
Voorbeeld: regeling van de lage drempel op 1 bar voor daling bij een statische druk van 10 bar.
4.2.1. Regeling van de lage drempel
1. Verhoog de statische druk tot de gewenste waarde in de 2 ruimten (10 bar) en stabiliseer deze.
2. Isoleer de 2 ruimten.
3. Creëer voor de HD-ruimte een drukverschil dat overeenstemt met de waarde van de gewenste drempel
van "1 bar" (HD = 10 bar; LD = 9 bar).
4. Gebruik de regelschroef voor de instelwaarde (RB) om de veer voor het bereik (VB) te ontspannen
tot het precieze punt waarop (het) (de) contact(en) (C) voor daling word(t)(en) ingeschakeld.
4.2.1. Controle/aanpassing van de instelpunten
5. Herhaal bewerkingen 1 en 2. Zet vervolgens de HD-ruimte langzaam onder druk en maak de ruimte
langzaam drukloos, om de schakelwaarde van (het) (de) contact(en) voor daling te meten.
6. Verfijn de regeling door in te werken op de regelschroef (RB) (aansturing van de lage
en de hoge drempel).
7. Koppel het apparaat los van de bank.
8. Verzegel voor de F series (behuizing uit zamak) de regelschroef (RB) met een Georgin verzegelkit.
Draai voor de series FP (behuizing uit polyester) en FX (behuizing uit roestvrij staal) de toegangsdop
vast tot de aanslag en verzegel het geheel.
9. Sluit het deksel door de 4 onverliesbare schroeven weer vast te schroeven (koppel: 1,2 N∙m).
Gebruiksaanwijzing - F serie
www.georgin.com
15