2.2.
Montage thermostaten
Respecteer de omgevingseisen en de eisen met betrekking tot de niet-vaste stof die overeenstemmen
met de eigenschappen van de apparaten. Overschrijd nooit de maximumtemperatuur van het apparaat
die wordt vermeld op het etiket op de zijkant van de behuizing. De lengte van het eventueel in de vloeistof
geplaatste capillair is onbelangrijk.
2.2.1. Apparaat met rechte sonde (type FB):
Bevestig het apparaat door middel van de koppeling (standaard op schroefdraad G 3/8'', andere op aanvraag).
Dompel de sonde volledig onder.
2.2.2. Apparaat voor omgevingscontrole (type FBA):
Het apparaat moet op een goed geventileerde plaats worden geplaatst, beschut tegen verwarmings-
of koelbronnen. Het mag niet onderhevig zijn aan abrupte temperatuurschommelingen.
Wordt de controle uitgevoerd in bewoonde ruimten, installeer de thermostaat dan op 1,50 m van de grond
en ver van de buitenwanden.
2.2.3. Apparaat met sonde op afstand (type FC):
Belast het capillair niet, want het moet soepel blijven voor de overbrenging van het signaal.
Wikkeling van het capillair overeenkomstig een minimumdiameter van 80 mm.
OPMERKING: in sommige gevallen kunnen de afmeting van de sonde en de lengte van het capillair worden
opgelegd tijdens de bestelling.
a. Controle van niet-vaste stoffen
Dompel de sonde volledig onder.
Gebruik een aangepaste thermowell van het type GBX of GCX die volledig, loodrecht op de stroom wordt
ondergedompeld, of gebruik een PC(X)**(B)-capillairwartel overeenkomstig het bestaande type proceskoppeling
b. Controle van oppervlakken
Reinig het contactvlak en de sonde zorgvuldig.
Bevestig de sonde door middel van een beugel uit bij voorkeur
koperhoudend metaal die de lengte van de sonde bedekt.
Bekleed met isolatiemateriaal.
Respecteer de richting van de sonde (zie hoofdstuk III - 4..1.2)
2.2.1. Accessoires:
Capillairwartelkit:
Moet de uitgang van het capillair ondoordringbaar zijn, gebruik dan onze speciale wartel van het type PC(X).
•
P laats de moer (E) op het capillair.
•
E
B evestig de huls (M) op de schroefdraad (1/2" GF, NPTF ...).
•
R
P laats twee sluitringen (R) in de huls (M) door de inkepingen om te keren.
•
Plaats de pakking (G) die uit 5 (of 6 naargelang van het model) sluitringen uit teflon bestaat.
G
•
P laats de twee andere sluitringen zoals de eerste twee.
•
R
D raai de moer (E) op de huls (M) vast.
Raadpleeg ons voor meer informatie.
M
Gebruiksaanwijzing - F serie
bekleding met
isolatiemateriaal
www.georgin.com
flens uit koperhoudend
metaal
11