Binnenkant van het apparaat
1" Bovenste servieskorf
1* Messenrek *
12 Tab-opvangschaal
1: Bovenste sproeiarm
1B Onderste sproeiarm
1J Reservoir voor onthardingszout
1R Zeven
1Z Bestekkorf
1b Onderste servieskorf
1j Voorraadreservoir voor
glansspoelmiddel
9" Afwasmiddelbakje
9* Vergrendeling voor
afwasmiddelbakje
92 Typeplaatje
* Afhankelijk van het model
Wateronthardingsinstallatie/Onthardingszout
+
Wateronthardings-
installatie/
Onthardingszout
W a t e r o n t h a r d i n g s in s ta l la t ie / O n t h a r d i n g s z o u t
Voor een goed afwasresultaat heeft
de afwasautomaat zacht water, d.w.z.
water met weinig kalk nodig. Anders
zetten zich witte kalkresten op het
serviesgoed en de binnenkant
van de spoelruimte af.
Leidingwater is harder dan 7° dH
(1,2 mmol/l), moet onthard worden. Dit
gebeurt met behulp van onthardingszout
(regenereerzout)
in de wateronthardingsinstallatie
van de afwasmachine.
De instelling en daarmee de benodigde
hoeveelheid zout zijn afhankelijk
van de hardheidsgraad van het
leidingwater.
Instellen
De hoeveelheid onthardingszout is
van :
Bij de instelwaarde :
onthardingszout nodig.
1. Vraag de hardheidsgraad van het
water. Informeer bij het
waterleidingbedrijf.
2. De instelwaarde vindt u in de tabel
voor de waterhardheid.
3. Deur sluiten.
4. AAN/UIT-schakelaar (
inschakelen.
5. START-toets @ indrukken
en ingedrukt houden.
6. Programmakiezer 8 draaien tot
de cijferindicatie H : ... aangeeft.
7. Toets loslaten.
Op de cijferindicatie H brandt
de in de fabriek ingestelde
waarde :
tot :
instelbaar.
is geen
.
nl
11