• Schroef de zeskant van de gasdrukregelaar van het
gasblok weer af (1).
• Door de stelschroef met een kleine schroevendraaier
te draaien kunt u nu de nominale belasting (brander-
druk) veranderen (2).
– Stelschroef naar rechts draaien verhoogt de nomi-
nale belasting.
– Stelschroef naar links draaien verlaagt de nominale
belasting.
• Verander nu de branderdruk tot deze overeenstemt
met de waarden in hoofdstuk 6.2.5.
Afb. 6.7 Zeskant op het gasblok verzegelen
• Schroef de zeskant weer op het gasblok vast en verze-
gel de zeskant. Hierbij het volgende in acht nemen:
- Die opening in het midden van de zeskant moet
open blijven en mag niet met zegelwas worden afge-
dekt of vervuild worden; zie afb. 6.7.
a
Attentie!
Zonder de gemonteerde zeskant van de gas-
drukregelaar is een correcte werking van het
gasblok niet gewaarborgd!
• Schakel het toestel uit.
• Verwijder de manometer.
• Draai de meetnippelschroef op het gasblok weer vast.
Attentie!
a
Controleer de gasdichtheid!
h
Aanwijzing!
Controleer vervolgens het minimale gasvolume.
Installatie- en onderhoudshandleiding thermoCOMPACT 0020055060_01
6.2.4 Minimaal gasvolume controleren en instellen
De controle van het minimale gasvolume is noodzakelijk
bij de eerste inbedrijfstelling en na het vervangen van
het gasblok.
Om het minimale gasvolume te controleren, gaat u als
volgt te werk:
• Schakel het toestel uit.
• Draai de meetnippelschroef op het gasblok
(1 in afb. 6.4) los.
• Sluit een digitale manometer of U-manometer aan
(2 in afb. 6.4).
+
bar
Afb. 6.8 Minimum kW-waarde instellen (P.2)
• Druk op de toets "+" van het display en schakel bij in-
gedrukte toets "+" de aan/uit-schakelaar op "I" (zie
afb. 6.8 Minimale kW-waarde instellen).
• Houd de toets "+" zolang ingedrukt tot op het display
de weergave "P.0" verschijnt.
h
Aanwijzing!
Door herhaaldelijk op de toets "+" of "-" te
drukken kunt u de cijfers veranderen.
• Druk op de toets "+" tot "P.2" verschijnt.
• Druk op de toets "i", om het testprogramma te star-
ten. Het toestel gaat nu naar het minimale gasvolume.
De weergave wisselt tussen "P.2" en de actuele installa-
tievuldruk (zie afb. 6.8 Minimale kW-waarde instellen).
• Lees de waarde van de manometer af (zie tabel 6.1).
Bij afwijkende meetwaarden kunt u het minimale gasvo-
lume als volgt instellen:
• Druk opnieuw op de toets "i", waarop een waarde tus-
sen 0 en 99 verschijnt.
• Stel door drukken op de toetsen "+" of "-" de juiste
druk in.
• Sla de ingestelde waarde op door de toets "i" ca.
5 seconden ingedrukt te houden. Daarbij verlaat het
toestel het testprogramma automatisch.
• Schakel het toestel uit.
• Verwijder de manometer.
• Draai de meetnippelschroef van het gasblok weer
vast.
Inbedrijfstelling 6
25