5 Installatie
• Installeer op de standplaats in de toevoerleiding voor
koud water een stopkraan.
• Plaats per aansluiting een afdichting en schroef de
aansluitstukken (1) op de koud- en warmwateraanslui-
ting van het toestel vast.
• Steek een wartelmoer (4) en een klemring (2) op een
koperen leiding (3). De diameter van de leiding moet
15 mm bedragen.
• Steek de leidingen tot de aanslag in de aansluitstuk-
ken. Draai de wartelmoeren in deze positie vast.
Attentie!
a
Let erop dat de leiding zonder mechanische
spanningen wordt gemonteerd, zodat er geen
lekkages ontstaan!
5.3.2 Boileraansluiting (alleen VC)
Verbinding van boileraanvoer- en -retourleiding op het
toestel:
• Installeer op de standplaats de boilerleidingen
(Vaillant toebehoren).
• Plaats per aansluiting een bij de toebehoren meegele-
verde afdichting en schroef de aansluitstukken op de
boileraanvoer- en op de boilerretouraansluiting van
het toestel. Neem hiervoor ook goed nota van de bij
de toebehoren meegeleverde handleiding!
• Verbind de boilervoeler met de betreffende aansluit-
stekker van de toestelkabelboom.
• Let vóór inbedrijfstelling op een volledige ontluchting
van de boilerleidingen.
5.4
Aansluiting aan CV-zijde
a
Attentie!
Let erop dat de aansluitleidingen zonder me-
chanische spanningen worden gemonteerd,
zodat er geen lekkages in de CV-installatie ont-
staan!
4
3
2
1
Afb. 5.3 CV-aanvoerleiding en CV-retourleiding monteren
(voorbeeld)
16
Verbinding van de CV-aanvoer- en CV-retouraansluiting
op het toestel (bijvoorbeeld met twee aansluitstukken
met klemkoppeling voor verbinding met koperleidingen
van 22 mm, zoals getoond in afb. 5.3):
• Plaats per aansluiting een afdichting en schroef de
aansluitstukken (1) op de aanvoer- en retouraanslui-
ting van het toestel.
• Steek een wartelmoer (3) en een klemring (2) op een
koperen leiding (4). De diameter van de leiding moet
22 mm bedragen.
• Steek de leidingen tot de aanslag in de aansluitstuk-
ken. Draai de wartelmoeren in deze positie vast.
a
Attentie!
Materiële schade door uitstromend water!
De afvoer van de veiligheidsklep moet via een
stankslot worden aangesloten op een afvoer!
1
Afb. 5.4 Afvoer van de veiligheidsklep
• Sluit de uitloop van de veiligheidsklep (1) over een
stankafsluiter aan een waterafvoer aan (bijv. af-
voertrechter met sifon), om waterlekkage en hierdoor
mogelijke schade te vermijden. Hierbij het volgende in
acht nemen:
– Tussen de afblaasopening van de veiligheidsklep en
de afvoertrechter met sifon moet een afblaasleiding
worden gemonteerd! Het afblasen moet geobser-
veerd kunnen worden!
Installatie- en onderhoudshandleiding thermoCOMPACT 0020055060_01