5.4.3
Afvalwaterleiding
i
○ Bij de aansluiting op een afvalwaterhoofdleiding moet een valtraject voor het
○ Een bijkomende terugslagklep, een bijkomende sifon of een bijkomende
1. Sluit de afvoerleiding zonder buigingen, spanningsvrij en met een continu verval op de
afvalwaterleiding (zwart water riolering) van de tandartspraktijk aan (eventueel meegeleverde
rubberen mof gebruiken). De leiding mag niet doorhangen: Let op het gewicht van het water en
gebruik eventueel wandklemmen.
2. Vermijd langere trajecten (aanbeveling: max. 70 cm tot 1 meter) met de flexibele slang. Het is
beter de vaste afvalwaterleiding te verlengen.
3. Controleer na aansluiting van de afvoerluchtleiding de vaste zit van de zwarte vacuümleiding
(12 mm) aan beide zijden. (De vacuümleiding is tussen de snelkoppelingen van tank en
terugslagklep voorgemonteerd, kan eventueel door de installatiewerken los worden).
Afb. 8: Tankeenheid met geïnstalleerde afvalwaterleiding
M2
afvalwater voorzien worden om ophoping van bijvoorbeeld fecaliën tot aan het
apparaat te verhinderen.
geurafsluiting mag niet gebruikt worden. De compleet met water gevulde afscheider
heeft de functie van een geurafsluiter.
Installatie en eerste inbedrijfstelling
33
1.2.235.0001