2. Het printerstuurprogramma instellen
De standaardinstellingen van de printer opgeven - Voorkeursinstellingen voor
afdrukken
• U kunt de standaard printerinstellingen niet per gebruiker wijzigen. De instellingen in het
dialoogvenster Printereigenschappen zijn van toepassing op alle gebruikers.
1.
Klik in het menu [Start] op [Configuratiescherm].
Het [Configuratiescherm] wordt weergegeven.
2.
Klik op [Printer] in "Hardware en Geluid".
• Indien u Windows 7 gebruikt, klik dan op [Apparaten en printers weergeven] in "Hardware
en geluiden".
• Indien u Windows Server 2008 R2 gebruikt, klik dan op [Apparaten en printers weergeven]
in "Hardware".
3.
Klik met de rechter muisknop op de printer die u wilt gebruiken en klik vervolgens op
[Voorkeursinstellingen voor afdrukken...].
Wanneer u Windows 7 of Windows Server 2008 R2 gebruikt, klikt u met de rechtermuisknop op
het pictogram van de printer die u wilt gebruiken. Daarna klikt u op [Voorkeursinstellingen voor
afdrukken].
Het dialoogvenster [Afdrukvoorkeuren...] wordt weergegeven.
4.
Geef de nodige instellingen op en klik op [OK].
• Instellingen die u hier opgeeft, worden standaard voor alle applicaties gebruikt.
• Raadpleeg voor meer informatie over instellingen de Help-functie van het printerstuurprogramma.
Printerinstellingen opgeven vanuit een toepassing
U kunt printerinstellingen opgeven vanuit een specifieke toepassing.
Hiervoor opent u het dialoogvenster [Afdrukvoorkeuren] in de desbetreffende toepassing. Hieronder
wordt uitgelegd hoe u instellingen voor WordPad kunt maken.
1.
Klik in het menu [Bestand] op [Afdrukken...].
Het dialoogvenster [Afdrukken] wordt weergegeven.
2.
Selecteer de printer die u wilt gebruiken in de lijst [Printer selecteren] en klik op
[Voorkeuren].
3.
Geef de nodige instellingen op en klik op [OK].
18