• lpr: 10
• Geef de bestandsnaam op in een notatie, inclusief het pad van de directory van waaruit het
commando wordt uitgevoerd.
• De "optie" die in een opdracht opgegeven wordt, is een intrinsieke printeroptie. De syntax ervan
lijkt op afdrukken vanuit UNIX.
lpr
Wanneer u een printer met een IP-adres aanduidt
c:\> lpr -Sprinter's IP address -Pprinter name [-ol] \pass name\file name
Wanneer u de printer opgeeft met een hostnaam in plaats van een IP-adres
c:\> lpr -Sprinter host name -Pprinter's name [-ol] \pass name\file name
Als u een binair bestand wilt afdruken, voegt u de schakelaar "-ol" in (een liggend streepje,
gevolgd door een kleine letter O en L) na de naam van de printer.
ftp
Gebruik de opdracht "put" of "mput" afhankelijk van het aantal bestanden dat u wilt afdrukken.
Een enkel bestand afdrukken
ftp> put \pass name\file name [option]
Meerdere bestanden afdrukken
ftp> mput \pass name\file name [\pass name\file name...] [option]
1.
Formuleer het IP-adres van de printer of de hostnaam van de printer van het hostbestand
als argument en gebruik de opdracht "ftp".
% ftp printer's IP address
2.
Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK].
Gebruiker: sysadm
Wachtwoord: sysadm
3.
Als u een binair bestand afdrukt, moet u de bestandsmodus instellen op binair.
ftp> bin
Als u een binair bestand afdrukt in ASCII-modus, wordt het bestand mogelijk niet goed afgedrukt.
4.
Geef de bestanden op die u wilt afdrukken.
Hieronder vindt u de voorbeelden van het afdrukken van een PostScript-bestand met de titel "file 1"
in de directory "C:\PRINT" en het afdrukken van bestand 1 en bestand 2.
Bestanden rechtstreeks vanuit Windows afdrukken
125