Bedrijf
FUNCTIE
mm:ss
00:05
GRENSWRD MIN
10µS/cm
GRENSWRD MIN
Testtijd
1s
GRENSWAARDE MAX
1000µS/cm
34
s) af. Wanneer de grenswaarde binnen deze vertragingstijd
opnieuw onderschreden wordt, dan blijft het relais K1 „MIN"
geschakeld (aangetrokken).
„
mm:ss
" (tijd):
Tijd waarmee de functies „Impuls" en „Interval" geschakeld worden
(00:00 tot 99:99).
Selecteer en bevestig in het menu „
Duur
Impuls
functie („
", „
De geactiveerde functie is door een vinkje gemarkeerd, de
inactieve functies zijn met een minteken gemarkeerd.
Voer in de functies „
mm:ss
„
" de gewenste tijden in en bevestig deze.
Onderste grenswaarde vastleggen (alleen in
spuimodus)
GRENSWRD MIN
In het menu „
grenswaarde vast.
Selecteer en bevestig „
Grenswaarde Min
„
Op de display verschijnt de actuele onderste grenswaarde.
Om deze te wijzigen:
Druk op de Toets „ENTER"
Voer de gewenste onderste grenswaarde in en bevestig uw invoer.
Testtijd instellen (alleen in de spuimodus)
Hier kan de tijd worden ingevoerd dat de grenswaarde MIN
ononderbroken onderschreden moet zijn om het relais te laten
schakelen (00 ... 99 seconden). Bij 00 seconden schakelt het relais
meteen.
Onderste grenswaarde en functie bij
overschrijding ervan vastleggen (alleen in de
meetmodus)
GRENSWAARDE MAX
In het menu „
grenswaarde en de schakelhysterese vast en programmeert u de
functie die bij overschrijding van deze bovenste grenswaarde
geactiveerd moet worden. Wanneer de bovenste grenswaarde
overschreden wordt, verschijnt op de onderste regel van de display
de bovenste grenswaarde achter „
reageert volgens de geprogrammeerde schakelfunctie.
Eerst definieert u als volgt de bovenste grenswaarde:
Selecteer en bevestig „
Grenswaarde Max
„
Op de display verschijnt de actuele bovenste grenswaarde.
FUNCTIE
Interval
" of „
Aant.vertr.
Afv.vertr.
", „
" legt u de onderste (minimale)
Basisprogramma
".
.
" legt u de bovenste (maximale)
Max:
" en het relais K2 „
Basisprogramma
".
" de gewenste
").
" en
" >
MAX
"
" >