Bedrijf
SPUIFUNCTIE
Magneetventielen
SPUIFUNCTIE
Max. duur
SPUIFUNCTIE
Uitgang Min.
VOORSPUIEN
Duur
000m
START
alle n dagen
START
op weekdagen
INTERVAL
elke
10d.
30
Wanneer op de display een vinkje achter het ventiel verschijnt, is
het ventiel geactiveerd; wanneer op de display een minteken
achter het ventiel verschijnt, is het ventiel niet geactiveerd.
Druk op de Toets „ENTER"
Max. spuiduur
1h
Hier kan een bewaking van de maximale spuiduur worden ingesteld
(0...99 uur). Bij 0 vindt geen bewaking plaats.
Uitgang „Min"
Wanneer het gebruik van magneetventielen geselecteerd is, kan hier
de uitgang „Min" uitgeschakeld worden.
Voorspuien instellen (alleen in spuimodus)
Hier kan de duur van een voorafgaande spuifase ingevoerd worden
(000 ... 999). Bij 000 vindt geen voorspuien plaats.
Dosering vastleggen (alleen spuimodus)
Start
Hier wordt geselecteerd of een dosering na afloop van een bepaald
aantal dagen of op bepaalde dagen van de week uitgevoerd moet
worden.
Selecteer en bevestig „
Start
„
".
Kies de gewenste periode met behulp van de pijltoetsen.
Druk op de Toets „ENTER"
Wanneer op de display een vinkje achter de periode verschijnt, is
de periode geactiveerd; wanneer op de display een minteken
achter de periode verschijnt, is deze niet geactiveerd.
Onder het menupunt „
dagen of weekdagen selecteren.
Druk op de Toets „ENTER"
Interval
Hier kunt u het aantal dagen (01 ... 99 dagen) of de individuele
weekdagen voor de onder „
Wanneer „elke n dagen" geselecteerd is
Selecteer en bevestig „
Interval
„
Druk op de Toets „ENTER"
Voer met behulp van de pijltoetsen de gewenste dagen tot de
volgende dosering in.
Druk op de Toets „ENTER"
om de instelling over te nemen.
BASISPROGRAMMA
.
Interval
" kunt u vervolgens het aantal
om de instelling over te nemen.
Start
" geselecteerde periode invoeren.
BASISPROGRAMMA
".
.
om de instelling over te nemen.
Dosering
" > „
" >
Dosering
" > „
" >